I love you, I love you, I love you, I love you... Wanneer ik teneergeslagen of slechtgezind ben, draai ik een Dandy Warhols plaatje en kan ik weer lachen. Om één of andere reden maakt deze muziek me blij, ze heeft een opbeurend effect op me. En niet alleen de meer vrolijke singles (Boys Better, Every Day Should Be a Holiday), maar ook de andere, meer ingehouden nummers. Ik denk dat het de som is van de mooie stem van Courtney Taylor, de soms psychedelische en hypnotische muziek, de repetitieve muur van geluid, die een troostend effect op me heeft. Af en toe hebben de songs de neiging wat teveel te dreinen, vooral aan het eind van het album, waar de monotonie toeslaat. Pete International Airport en The Creep Out ontsieren een plaat met veel potentieel, maar catchy songs als Cool as Kim Deal, Minnesoter, Not If You Were the Last Junkie on Earth, en de hiervoorvermelde Boys Better en Every Day Should Be a Holiday maken veel goed. Sommige nummers bengelen een beetje tussen deze extremen in (Be-In, Hard On for Jesus, maar in het geheel blijft de balans positief.
Bohemian Like You was mijn eerste bewuste kennismaking met the Dandy Warhols (later besefte ik dat ik ook eerdere nummers kende), en ja, dat was vóór de Vodafone reclame! Ik kreeg dit van een vriend om te zien of ik er iets aan had, en o ja, ik had er iets aan! Bohemian Like You is een super-catchy en opbeurende single, en het maffe Horse Pills en Get Off zijn even catchy en opbeurend. Godless en Nietzsche liggen meer in de lijn van het materiaal op The Dandy Warhols Come Down, lichtjes dreinend en monotoon en hypnotiserend, maar nooit op het vervelende af. De Dandy's zijn meer pop-georiënteerd geworden sedert hun vorige album, het geluid van Thirteen Tales from Urban Bohemia is opener, de wall of sound werd vervangen door songs in een scala aan verschillende stijlen, van pure pop over stonerrock tot country, met af en toe nog een pastiche ertussen (Courtney Taylor doet Iggy Pop in Shakin'). Maar ondanks al die verschillende genres, klinkt Thirteen Tales from Urban Bohemia vooral als the Dandy Warhols, die hun eigen stijl gevonden hebben. Dat is erg duidelijk in de prachtige ballads Sleep en The Gospel, maar ook in Godless, waarin de Dandy's dromerigheid en scherpheid tot superbe songs mixen. Samen met de gekheid van Horse Pills en Get Off resulteert dat in een gevarieerd en uitstekend album.
Het is duidelijk dat deze groep veel volwassener geworden was tussen deze mini-LP en Heaven Is Waiting, ze hadden hun geluid en songs verfijnd. Maar deze mini-LP toont de fundamenten al aan.
Kocht dit na het horen van de spookachtige, griezelige cover van het Rolling Stones nummer 2,000 Light Years from Home. Een somber en donker album, met Come Inside en Wake Up als uitschieters. Ik zag ze later in 't Paard, Den Haag, ze waren briljant. Een enorm onderschatte groep.
Kan me niet herinneren waarom Jan deze kocht, misschien voor onze muziekkwis. Of voor nummers als Smoke on the Water en Child in Time. CD komt niet veel uit z'n doosje.
Ik viel voor I Still Want You, a een prachtig, triest, melancholisch nummer. Een album dat rockt, met de rauwe stem van Dan Zanes. Mitchell Froom legt de basis voor zijn latere productiewerk met Crowded House en anderen (en toont al een paar van zijn dictatoriale trekjes).
Het album begint met de vreemde Intro. Hotellounge is een krachtig, fantastisch nummer, net zoals de andere singles Via en sUDS & sODA (met die mooie, hartverwarmende video clip met Barman en Carlens die elkaars hand vasthouden). De stemmen van Barman en Carlens vullen elkaar mooi aan. Sommige nummers zijn té experimenteel en avant-garde (think Morticiachair), maar het album in z'n geheel is erg goed.
Deze plaat is nooit tot me doorgedrongen. De songs waren bedoeld als B-sides, maar werden tot album opgewaardeerd. Niet de gebruikelijke dEUS-kwaliteit.
Theme from Turnpike was een vreemde keuze als eerste single van de plaat, een repetitief en log nummer. Little Arithmetics was helemaal anders, een zacht en teder nummer met een wilde finale. En deze twee extremen geven de aard van dit album weer (en de aard van dEUS eigenlijk). Nog een vreemde intro zoals op W.C.S., I Don't Mind Whatever Happens. Fell off the Floor, Man is één van mijn favorieten, ik hou van alle gekke dingen, de instrumentatie en de ritmewisselingen. Roses is nog een traag en heerlijk nummer, en Gimme the Heat is even goed. En laten we Serpentine niet vergeten. Supermarket en Memory of a Festival zijn niet hun beste nummers, maar ze worden gecompenseerd door Nine Threads, met de heerlijke tekst "Under the sea, is where I'll be, no talk about the rain no more".
Kreeg dit van Justin uit San Diego, die naar Europa kwam voor 3 Beck concerten en ons dit gaf als dank om hem te vergezellen in een donker, bewolkt en regenachtig Brussel. Hij is een *erg* vriendelijke jongen. Zea is een mooi nummer, en de versie van sUDS & sODA met die Anarchistische Abendunderhaltung is echt hilarisch. Meer experimentele dingen (Texan Coffee, It. Furniture in the Far West), maar ook mooie nummers als Violins and Happy Endings en een paar live nummers (Jigsaw You met een grappige Franse aankondiging).
Eerste plaat zonder Stef Kamil Carlens. Het duurde een tijdje voor ik dit kocht, maar het speet me niet. Ook omdat er later een bonus CD bijkwam met 3 videos en een Soulwax remix van Everybody's Weird. Ik hou van de live footage. Favouriet nummer is Instant Street, het begin spreekt me niet echt aan maar het einde van het nummer is wild en frenetiek en prachtig. Het album klinkt nogal anders dan de eerdere, veel consistenter en soms een beetje spookachtig, en triest. One advice, space.
Mijn computer weigert de videos op deze CD-rom af te spelen, maar de songs zijn erg goed. You Can't Deny What You Liked as a Child, en live versies van Magdalena en Gimme the Heat.
Life to Go (Landsakes) was het nummer dat mijn aandacht op deze band vestigde. Ik hou van de stem van de zanger, erg krachtig maar tegelijkertijd een beetje vals (en daar vergelijkingen trekken een favoriet tijdverdrijf is: denk Afghan Whigs). Just Skin is een nummer van hetzelfde kaliber. De plaat kan de spanning van deze twee nummers niet volhouden, maar het is zeker interessant genoeg om hieronder 4 CD'tjes te verdienen.
Ik heb een excuus... gewonnen op een muziekkwis. Het was dit of andere rotzooi. Geeft wel aan hoe hoog (laag) we eindigden in de eindscore van die kwis...
Ik kocht dit voor die heerlijke cover van Peter Frampton's Show Me the Way: luide gitaren, valse zang, kwaliteit van het vinyl niet echt goed... dit zat in onze laatste muziekkwis, het was een plezier al die geschokte, verschrikte en ontzette gezichten in de zaal te zien!
Hun laatste plaat bij het fijne SST-label. Freak Scene is een knap nummer. Pond Song is een beetje (surprise!) folkiër. Ik hou van Mascis' zeurende stemmetje.
Kreeg dit vroeg in mijn "platenkoopcarrière". Toen hield ik van deze plaat, ik hield van die sfeer op Private Investigations, maar nu vind ik dit gewoon vervelend. Te veel gitaar-virtuositeit, te weinig emoties.
Ik realiseerde me al snel dat ik niet echt de beste Doors-plaat gekocht had, maar ach ja, ik hield ervan. Ik was zooooooooo gek van het nummer Wishful Sinful, dat ik deze plaat wilde kopen. Touch Me is nog een favoriet.
Erg goeie compilatie, met grote hits als Riders on the Storm en Light My Fire, andere bekende nummers als Waiting for the Sun en Hello I Love You en vele andere, ook minder bekende. Er is er ééntje dat ik mis: The End. Maar toch een goeie verzamelaar.
Nadat zowat alle recensies die ik las over Sea Change van Beck Nick Drake vermeldden als een belangrijke invloed, besloot ik maar eens iets te doen aan dat gapende gat in mijn cultuur, en kocht Five Leaves Left voor een nice price. En dat beviel me zo goed, dat ik bij mijn volgende passage bij de platenboer een paar dagen later onmiddellijk Bryter Layter en Pink Moon kocht. Nu ik deze recensie schrijf, zijn we zowat twee maanden verder, en het album is m'n CD-speler nog niet uit geweest. En ja, ik hoor duidelijk waar Beck de mosterd haalde, maar ik hoor ook duidelijk de geest van Tim Buckley door de songs waren. En voor ik verderga, moet ik eerst een paar open deuren intrappen zodat we dat achter de rug hebben: ja, het is zonde dat Nick Drake ons zo vroeg ontviel (hij was pas 26), en ja, het is een schande dat hij niet tijdens zijn leven het succes had dat hij verdiende. De cult-status die hij nu heeft is zeker niet buiten-proportioneel, gezien het uitstekende maar beperkte oeuvre dat hij achterliet. Terug naar Five Leaves Left, tegen dat ik de eerste twee nummers beluisterd had, was ik verkocht. Dit debuutalbum is ongelooflijk sterk, het is zo mooi dat je mond van bewondering openvalt en je ogen vochtig worden van ontroering. Hij heeft de gebruikelijke rock-opstelling niet nodig om dit effect te bereiken, de meeste songs zijn sober gearrangeerd met zang en een akoestische gitaar (die voortreffelijk betokkeld wordt), met de toevoeging van wat violen of blazers, en hier en daar een conga. Het enige gewone rock-attribuut is de bas van Danny Thompson. En die Danny Thompson is geen onbekende in de Britse folk-pop scène, evenals Joe Boyd en Richard Thompson (geen familie) van Fairport Convention die respectievelijk productie- en gitaarwerk op Five Leaves Left voor hun rekening namen. En ondanks de melancholieke, soms bijna treurige teksten van de nummers, is het album geen compleet deprimerende toestand, dankzij de opbeurende en mooie melodieën en Drake's heldere stem met uitzonderlijk duidelijke articulatie. De songs met prachtige en sobere vioolarrangementen spreken me het meest aan (River Man, Way to Blue, Cello Song), maar elk nummer hier heeft zijn sterke kanten. De mooie combinatie van de akoestische gitaar en de conga's in Cello Song, de betoverende melodie en donkere tekst van Day Is Done (When the bird has flown, Got no-one to call your own, Got no place to call your home, When the bird has flown, het is absoluut hartverscheurend wanneer je aandachtig luistert, maar vreemd genoeg als je de muziek op de achtergrond hebt, klinkt het nummer opgewekt en blij), de mooie zang in Three Doors, het warme geluid van Saturday Sun... The Thoughts of Mary Jane is ongewoon zonnig voor Nick Drake, en Man in a Shed is zelfs gewoon grappig, zo zie je maar dat de muziek van Nick Drake helemaal niet somber en vervelend is... Wel integendeel, Five Leaves Left is het mooiste verdriet dat ik in lange tijd gehoord heb, en het is één van de mooiste platen die ik kocht in 2002.
In het midden van mijn bakvisjaren zitten we hier, jaja. Ik viel als een steen voor de New Romantics, inclusief Spandau Ballet. En OK, schiet me omver, ik vind Save a Prayer nog steeds leuk.
Na deze plaat was ik van mijn slechte gewoonte verlost... Als Rio op niet veel trekt, wat moeten we hier dan van zeggen? Die geluidseffecten op The Reflex, jezus. Die video, jezus christus! Hm. Laten we dit maar snel vergeten.
Jan kocht deze, kan me niet herinneren waarom. Ik ben niet zo'n Dylan fan. Maar het is goed al die nummers terug te horen die ik als kind zo dikwijls hoorde, mijn zussen waren beide Dylan fans. En na verschillende cover-versies van Mr. Tambourine Man gehoord te hebben, is het goed het origineel eens te horen.
Terug naar homepage; Terug naar algemene muziekpagina; Ga naar C; Ga naar E