Dag 7 – donderdag 6 juli
We slagen er weer in vroeg uit ons bed te geraken. Eerst tijd voor koffie!
Ontbijt, beetje wassen, opruimen en hop hop weg. Ik geneer me toch altijd een beetje voor ons lawaai op het vroege uur, maar het is wat het is. Er kwam al voor we vertrokken een vuilniswagen de vuilbakken legen, en die maakte ook lawaai. We rijden terug naar het parcours, onderweg zien we weer een prachtig ochtendgloren, langslapers missen toch echt wel wat hoor! Zo’n mooi landschap met nevel en laaghangende wolken, prachtig! Al snel zien we een plek die we wel goed vinden. Maar we weten: ga niet meteen voor het eerste wat je ziet, rij eerst nog wat door en kijk eens rond. We rijden nog wat verder, maar beslissen echter om toch terug te keren en te gaan voor die eerste plek, tussen Chaumont en Neuilly-sur-Suize. Het is een grote gravelstrook vanaf een rond punt, en er staan al wat andere campers. De baan loopt wat op, is dan vlak en komt uit aan een rond punt. We gaan dicht bij dat rond punt staan. We kunnen de luifel gebruiken ook, altijd een voordeel als het warm gaat worden.
We installeren ons, doen een babbeltje met de Nederlandse buren, hangen zelfs een vlag tussen hun en onze camper.
Het zijn sympathieke mensen, we zijn content met onze buren. Meneertje Mertens bemachtigt tot zijn grote tevredenheid nog een pijl.
Een tijdje later arriveert er een pizzamobiel, en gezien het zo stilaan loeiheet aan het worden is, besluiten we niet te koken maar een pizza te kopen. We doen niet veel vandaag, we zitten buiten in de zon, ik lees het boek van André Meganck, de Meesterfixer. Zalig boek, het gaat nogal vooruit, leuke verhalen en anekdotes. De pizza is lekker. Stilaan komt er meer volk. Als de reclamekaravaan passeert, staat er een jonge man voor onze camper, die zich niet geneert om tot onder ons tafeltje te duiken om spullen weg te grissen. Niet dat wij zo zitten te wachten op die cadeautjes, maar dit is niet echt fijn. We merkten al vaker dat die karavaan soms echt het lelijkste in de mensen bovenhaalt. Er kwam eerder in de namiddag ook al een fotograaf staan, die vroeg netjes of hij zijn gerief (tas, statief, motorhelm) onder onze luifel mocht leggen, dat vinden we al wat sympathieker. We maken weer wat tijd zoet met het kijken naar alle auto’s die voorbij rijden. Verkenningswagens, busjes met VIP’s, gewone wagens vol met VIP’s, noem maar op. Kort voor de eigenlijke koers gaat passeren, komt er opeens een bende volk voor onze camper staan. Een groep mannen en één vrouw, de meesten al serieus op leeftijd, een groot deel behoorlijk verlopen en afgetakeld. We moeten geen moeite doen om een alcohol- en rookwalm op te snuiven.
En daar eindigt dan de leuke atmosfeer: het zijn boertige venten die de hele tijd staan te grappen dat ze best wel in onze camper willen, ze roepen, ze lopen op straat (terwijl er behoorlijk wat snel verkeer passeert), ze vinden zichzelf heel interessant en grappig, en ze staan in de weg. Erger-erger-erger, maar we zwijgen, want het zijn niet de meest frisse tiepen en we willen geen boel. Ik dacht iets in het Nederlands te roepen naar Backaert (die in de vlucht zit) maar dat moet ik niet doen, ik raak toch niet boven hun volume uit. Gelukkig zijn ze na het passeren van de koers even snel weg als ze gekomen waren, en kunnen we op ons gemak opruimen (inclusief hun vuilnis). Onze lieve Nederlandse buren waren ook niet erg opgezet met hun gezelschap.
De kopgroep passeert,
en daarna het peloton. Net na de bevoorrading, iets waar de kopgroep zich niet veel van aantrok. De renners in het peloton zijn hun musettes aan het leegmaken.
We ruimen in de hitte op (het is ondertussen 35 graden in de schaduw), en vertrekken naar Troyes. Weer een vlotte en mooie rit, tot we in Troyes zelf aankomen. We willen er naar een camping in de stad. Niet erg slim, vermits Troyes de aankomstplaats is, en de boel afgesloten is. We moeten nogal wat toeren uithalen om de camping te vinden, steeds weer zijn er straten afgesloten. Net voor we een andere camperplaats willen zoeken, vinden we dan toch een toegangsweg, en kunnen we op de Camping Municipal van Troyes staan. Beetje duur naar ons goesting (net geen 30 euro), maar we kunnen er komen en gaan en staan waar en wanneer we willen, dus dat is wel handig.
Snel iets eten want ondertussen heb ik toch wel barstende koppijn, nog wat plannen voor de volgende dag (we gaan onze plannen iets aanpassen), en ons bed in.
Dag 8 – vrijdag 7 juli
Ik slaap als een marmot, ondanks de hitte. De vorige 2 nachten koelde het nog serieus af, nu is het al wat minder, maar toch is het nog een beetje koel ’s morgens. Meneertje Mertens raakt niet van zijn werk-bioritme af en spookt rond 1u30 al eens rond. Maar gaat daarna toch nog even slapen. We staan heel vroeg op, gaan douchen op de camping. Ontbijt, opruimen en vertrekken naar het parcours. Origineel plan was om maar een 25-tal kilometer te rijden, Tour te kijken en terug te keren naar deze camping. We vinden de camping echter te duur om terug te keren, en daarbij is 400 kilometer rijden naar Chambéry morgen een beetje (ahum) ambitieus, dus we gaan vandaag eerst een langer stuk rijden, en een camperplaats zoeken als we moe zijn of ver genoeg gereden hebben. We vertrekken om 20 over 6, en het is nog heerlijk stil en rustig. We raken makkelijk de stad uit, en zien onderweg allerlei Tour-verkeer: wagens uit de reclamekaravaan en een paar auto’s met techniciens wellicht. Het is al warm, maar toch nog aangenaam. We stoppen om brood te kopen en om te tanken, en voor de rest rijden we flink door. Plan is om door te rijden tot Mâlin of Saint-Seine-l’Abbaye (probeer dat eens uit te spreken!). We rijden een heel stuk langs de Seine, die steeds smaller wordt. Een mooie streek. In het begin staan er al agenten langs de weg, aan elke zijstraat tot zelfs boerenwegel. Overal een agent. Nog voor Saint-Seine-l’Abbaye vinden we een goede plaats waar we makkelijk kunnen staan, en waar al wat campers staan. We hebben er erg mooie vergezichten (zie ook foto op de hoofdpagina).
We doen alles op het gemakje want het wordt snel heet: Wi-Fi antenne (weer noppes), de vlaggen hangen, enzovoort.
’s Middags krijgen we nog een Carrefour-vlag en ook nog een Direct Energie vlag, de vlaggen beginnen zich op te stapelen. Ik zwaai weer consequent naar iedereen in de reclamekaravaan en we krijgen vanalles naar ons gegooid. Tegenover ons staat een papa met 2 jonge kindjes, we zien dat er weinig hun richting uitgaat (de karavaan rijdt snel en veilig gooien is niet simpel), en geven achteraf het grootste deel van de cadeautjes aan hun, papa en kindjes content, en wij ook, onze hemel verdiend. We doen onze afwas, zorgen dat we niet veel meer moeten doen na de passage van de tourkaravaan, en wachten af.
4 vluchters passeren, en een paar minuten later een compact peloton in een bolletje, zonder achterblijvers. Dat ging snel, maar het was wel leuk. Veel beter dan gisteren met die horde irritante indringers. We pakken in, stellen de GPS in en vertrekken richting Chambéry. We willen nog een 100-tal kilometer rijden, zodat we morgen rond de 250 moeten doen (als we naar de geplande camperplaats gaan, maar dat zien we nog wel). Bij momenten is het druk, bij momenten is het heel rustig. Al naargelang waar we ons bevinden ter hoogte van de tourkaravaan: op en rond het parcours is het druk, we zitten er ook op een bepaald moment een eind af en dan is het rustig en vordert het goed. In het begin van de rit passeren we Dijon (we hadden niet door dat we er zo dicht bij zaten) en dat is toch wel even goed druk verkeer. Maar alles gaat goed. Als we ongeveer 80 à 100 kilometer afgelegd hebben, zoeken we een camperplaats. We vinden er eentje op 20km (10 km nog op de route die we moeten afleggen, 10 km als ommetje), een aire municipale in Pierre-en-Bresse, met 20 plaatsen, gratis en met gratis elektriciteit en water (dat verzacht de pijn van de 30 euro van gisteren). Er staan nog een 4-tal campers. Het is loei-, maar dan ook loeiwarm met weinig wind, en we hebben het ferm lastig. Maar we hebben patatjes en vlees in de frigo die dringend op moeten, en bakken dat dan toch nog maar. En eigenlijk smaakte dat opperbest, met sla en tomaatjes, en fruitsla na. We kruipen weer vroeg in bed, want morgen willen we vroeg op pad, vooral om te profiteren van de koelte en het rustige verkeer.
haa zo leuk, je tourperikelen. ik ben wel benieuwd naar de spullen die jullie toegeworpen krijgen. misschien een foto van de hele stapel op het einde van jullie avontuur?
Dat zal ik doen!