Vrijdag 16 augustus

We worden wakker onder een bewolkte hemel. Het is hier mooi, het is hier niet echt rustig, toch veel verkeer voor zo’n bergweggetje. Fietsen gaat niet lukken, we staan met “ons poep omhoog” en zo hangen de fietsen te hoog om ze eraf te halen. Het was toch veel berg sowieso. En mijn voet moet nog wat rusten, het is een beetje té geweest de laatste dagen.

We kijken eens rond, maken wat foto’s, worden aangesproken op onze Belgische vlag. Dat zal wel.

We staan hier goed.

Ik maak middageten (eitjes, couscous, slaatje), we eten ondanks het mooie weer niet buiten (teveel vliegen door paardjes in de wei vlakbij) en we wachten op de koers. Wachten op de koers, dat is ook: wolken kijken.

We verwachten zo’n beetje dat de weg afgesloten zal worden, maar dat duurt héél lang. Ook het verkeer in de tegenovergestelde richting blijft erg lang komen, en we vinden het gevaarlijk. We zien vanalles passeren, een peloton met kinderen (begeleid, uiteraard), een peloton van de Equipe Française uitgestuurd door de Franse wielerfederatie, veel amateurwielrenners, wagens van de karavaan, ploegwagens. In de tegenovergestelde richting blijven ook heel lang moto’s rijden die behoren tot het Tour-circus. We zitten wellicht op een afleiding voor pers en fotografen.

Tot onze verbazing passeert vrij kort voor de doorkomst van de rensters ook nog een publiciteitskaravaan. Een kleintje, veel is het niet.

Het peloton passeert in stukken en brokken, koploopsters, peloton, wat groepjes apart, twee bussen, nog wat achteropkomende rensters. Daarna is het stil, maar we hebben de bezemwagen en de groene vlag nog niet gezien. Er vertrekken al veel mensen, en dan komt toch nog een eenzame renster van Lotto Dstny, en is de koers echt voorbij. Rare situatie, hier worden toch wel veel minder veiligheidsmensen ingezet om de orde te handhaven.

We ruimen verder op, en vertrekken richting Annecy, met een boog rond de aankomstplaats van vandaag (Morteau). We genieten van het landschap en de zon.

We houden een tussenstop op een camperplaats van CCP in Marigny, om er te lozen, vuilnis te dumpen, en water bij te vullen. De camperplaats ligt bij het Lac de Chalain en is pokkedruk met veel zeer gebruinde en getatoeëerde mensen. We laten het maar zo om er onze boterhammen op te eten, er zijn enkel nog wat plekken in volle zon. Wat verder zoeken we een parking op, eten er voormelde boterhammen (niet echt, een pain artisanal van gisteren waarmee je iemand kan doodkloppen) en rijden dan verder richting Annecy. Of beter: richting Allonzier la Caille, door ons liefhebbend omgedoopt tot Allons-y les Couilles nadat we er een dag of 4 doorbrachten met een camper in panne. Onze eerste trip, 8 jaar geleden, niet dat we het echt aan ons hart hebben laten komen.

Onderweg gaat het dikwijls van oooooh en aaaaah, we rijden autosnelweg door een fantastisch landschap, met heel indrukwekkende viaducten. Prachtig. Het eerste wat ik zie als we de autosnelweg oprijden, is een stukje regenboog.

We zien ook de zon onder gaan.

Er zijn laaghangende wolken, die alles er een beetje sprookjes- en spookachtig laten uitzien.

Het is nog niet helemaal donker als we aan de begraafplaats van Allons-y les Couilles komen, maar daar kunnen we (grrrrr) niet staan. Wat volgt is een redelijk wilde tocht in het donker in het voorgeborchte van Annecy, wisselend tussen kronkelende wegen en grote lange rechte stukken, waar we niet kunnen staan. We zijn moe, het is lastig, maar kom, we gaan niet echt verder weg van onze route van morgen, dus het is wel OK. Uiteindelijk vinden we een plekje achter een andere camper langs de D909 in de buurt van Thônes, richting Saint-Jean de Sixt en Col du Glandon, nope, mis, du Grand-Bornand, ik sla die twee hopeloos door elkaar. We installeren ons (minimaal, we staan scheef maar dat kan ons niet deren), en kruipen in ons bed. Het is hier druk, nog veel drukker dan de weg van de vorige nacht. En het regent. 

Zaterdag 17 augustus

Oordoppen zijn natuurlijk the boss tegen lawaai, en ik slaap als een roos. Tot een uur of 4, dan word ik wakker van een wakkere Meneertje Mertens. Het is redelijk rustig, maar er is toch regelmatig verkeer. Koffie, en dan nog wat verder dommelen en slapen. Leve de oordoppen. Het heeft trouwens ook de hele nacht geregend. Zegt Meneertje Mertens, ik weet van niks.

We staan op het gemakje op, drinken nog wat koffie, zetten de camper wat meer waterpas (volledig lukt niet), en wachten tot het stopt met regenen. Of druppelen, het is niet dat het water giet nu. Het plan om hier naar de bakker te gaan (een kleine 2 km verder) wordt afgevoerd, er is hier veel te veel verkeer, en er wordt snel gereden. We potteren wat rond, ik maak wat foto’s, ik maak eten (de rest van de couscous, spekjes en een slaatje).

Rond 13u wordt de weg afgesloten, en wordt het veel rustiger. We posteren ons buiten en kijken naar alles wat voorbij rijdt. En naar alles wat er rond ons gebeurt.

Kijken naar de wolken hoort er ook altijd bij, en eerlijk gezegd, die grijze wolken rond de bergtoppen voorspellen weinig goeds.

Uiteindelijk vinden we het zo plezant (het is ook heerlijk in een mild zonnetje) dat we niet naar de koers gaan kijken op TV. We proberen wat op de hoogte te blijven via de livestream, en als mijn telefoon bijna plat is en heel warm aanvoelt, schakelen we over op de Tour Tracker. En het is de moeite, want madame in de bollen Justine Ghekiere zit in de kopgroep, samen met een teamgenoot Julie Van de Velde, Marianne Vos en drie minder bekende rensters. Aan de voet van de Col de Saint-Jean de Sixt (waarop wij staan) trekt Ghekiere er alleen op uit, en als enige Belgen tussen een hele zooi Fransen supporteren we luid in het Nederlands. Ze schudt met haar hoofd, en we denken “oei, dat gaat precies niet goed meer?”, maar uiteindelijk slaagt ze er toch in de rit te winnen. Knap!!

Na de rit ruimen we snel op, met het plan zo snel mogelijk te vertrekken, onderweg nog snel-snel wat eten te halen, en naar de col du Glandon te rijden. Dat plan draait in de soep, want de berg waarop we staan, is nog helemaal afgesloten. Het verkeer staat stil.

Na ongeveer een half uur wachten kunnen we vertrekken. We hebben al besloten dat het plan om 3km verder naar de Carrefour te gaan, wellicht niet zo briljant is, en dat we zullen zien of we verder nog iets tegenkomen. Goed gedacht: die Carrefour is toch gesloten, haha.

We rijden op het gemak het parcours af, deze keer hebben we ruim de tijd om voor het donker iets te vinden. De col du Tamié, en daarna door de vallei van Albertville richting col du Glandon. We sluiten gedurende een flink aantal kilometers een colonne campers af, op een bepaald moment rijden we met 6 na elkaar. En het is geestig rijden zo. Maar ze rijden behoorlijk snel, en op de afdaling van de Tamié laten we hen los.

Onderweg komen we weinig winkels tegen, en die paar winkels die we toch zien, zijn we te snel voorbij. Zin om terug te keren, hebben we niet. We beslissen dat we zonder boodschappen ook niet gaan omkomen van de honger, misschien zullen het wat vreemde maaltijden zijn maar er is genoeg om te eten. Dus rijden we door naar de Glandon. We steken de Isère over.

Het eerste deel van de klim gaat door bossen, we besluiten verder te rijden. Het regent ondertussen ook, zoals die grijze wolken voorspelden.

We komen nog twee dorpen tegen (Saint-Alban-des-Villards en Saint-Colomban-des-Villards), en daarna wordt het minder bebost. Dat is wat we voor ogen hadden.

We rijden nog verder richting top van de berg, stoppen hier en daar eens, we staan elke keer behoorlijk scheef (tja, dat heb je op een berg zeker), en tussen kilometer 3 en 2 van de top zien we een plek waar we beslissen te blijven. Met zicht op een grote waterval aan de andere kant van het dal, prachtig. Alleen jammer dat het regent, en het houdt ook niet meer op. Voorlopig laten we de camper staan zoals die is, scheef en wel. Geen zin in natte kleren en modderpootjes, want het regent wel stevig.

Later komt er nog een camper naast ons staan (hoera! verhoogt ons gevoel van veiligheid). We eten een lichtjes alternatief avondmaal zonder brood, en kruipen in onze nest. Het is hier heer-lijk rustig. Als het niet regent, hoor je alleen het geluid van de waterval. Er passeert maar sporadisch een auto of camper(van). Eerlijk gezegd: ik zou hier niet graag gereden hebben in het donker, amai.

Verwante Berichten:

Misschien lees je dit ook graag:

4 reacties

  1. Grappig om zo te lezen wat jullie perikelen zijn bij het camperen en kijken naar de Tour. De regen is minder leuk natuurlijk. Ik vind de vlaggen op de foto zo mooi en die met de rij campers in de spiegel.

  2. Het is weer leuk meevolgen. Jullie avonturen over de koers en het camperen. Toch wel goed het parcours van de koers kennen… Hopelijk beter weer. Blijf volgen…

  3. En zo heerlijk dat ik dit vanaf de bank thuis kan zien en niét mee hoefde met jullie. 😉 Ik zou er totáál ongeschikt voor zijn en me vooral ontheemd voelen. Wat helpt is dat ik ook niets met wielrennen heb.

  4. Ik zou zo hard eten hamsteren de hele tijd. Ik heb graag alternatieven en back-ups in de kast. Op zijn minst een paar mega chips zakken.
    voor ontbijt vind ik havermout en melk altijd heerlijk back-up plan. Zeer vullend en lekker.
    en zakskes poedersoep kan ook troost zijn en neemt weinig plek in.

Zeg het eens?