Zaterdag 13 mei
We hebben goed geslapen hierboven, in alle rust, op onze berg op 1450 meter. Veel auto’s zullen er niet voorbijgereden zijn. Ik hoorde na het vallen van het duister weer gelijkaardig lawaai als gisteren, het vermoedelijke sha-la-la-la huilen van de wolven. Met de fleecedekentjes hadden we het warm genoeg, het was weer 4 graden bij het opstaan.
Ik twijfelde: zijn daar nu wolken? Tot Meneertje Mertens me wat roze wees. Ik naar buiten. Wat foto’s van het mooie roze, en wat foto’s van de vroege zon die op verre, besneeuwde bergen scheen. Het was weer even snel weg als het gekomen was, maar ik heb toch maar mooi wat foto’s gemaakt.
Ik maak mijn blogbericht af, ontbijt en dan zijn we om 7u weer weg. We rijden naar het kerkje dat ik nog wilde zien, de Chiesa degli Alpini, en het is de moeite waard.
Het is echt wel zalig rijden hier, er is geen kat op de baan.
We stellen onze GPS in op snel- en tolwegen toelaten, en rijden we vlot richting kust.
In Assergi rijden we de snelweg op, en verdwijnen meteen in een heel lange tunnel: de Gran Sasso tunnel, 10 kilometer lang. Onderweg zoek ik een tip op van de Franse Italiaan, een gemeente aan de kust waar hij het heel mooi vindt: Guilianova. Het grappige is dat we wat later borden in die richting volgen.
We stoppen een paar keer: een keer om te lozen (kan op elke snelwegparking hier), een keer om te tanken, een keer om te eten. (hadden we dat kunnen combineren? Jawel, als ze niet elke keer de parkeerplaatsen vóór de faciliteiten legden).We rijden weer over de Adriatische kustsnelweg en zien de mooie Adriatische zee aan de rechterkant.
We verlaten Abruzzo na er een tiental dagen geweest te zijn.
Rond 11u30 zijn we in Savignone sul Rubicone, de startstad van de tijdrit van morgen. We willen boodschappen doen in een Conad supermarkt, maar vinden geen plaats op de parking voor ons zeilschip. Gelukkig had ik ook nog een Lidl voorzien als stopplaats, daar kunnen we wel staan. Hoewel het boodschappen doen in van die discounters een beetje mijn strot uithangt. Maar goed, we vullen onze voorraad weer aan.
We blijken met onze neus tegen het parcours voor morgen te zitten, en kunnen dat vlot oprijden, richting Cesena. Eerst nog in bebouwd gebied, daarna wordt het iets rustiger. We zien een paar mogelijke plaatsjes, die we nu nog voorbij rijden. Gelukkig kunnen we de roze pijlen volgen, want vanaf een bepaald moment klopt het GPX-bestand (gevonden op touretappe.nl) niet meer.
Aan een kruispunt zien we 4 campers staan, en beslissen daarbij te gaan staan. Ha, daar staat een Belg. En nog één, en nog één! Maar kijk, daar zijn de Belgen van in Fossacesia! Het is een kleine wereld, mensen die we eerder twee keer tegenkwamen (ze stonden op de camperplaats in Fossacesia en daarna liepen we hen nog eens tegen het lijf in Vasto), staan hier. We zetten ons ernaast, doen een babbeltje, en maken onze boel in orde.
We eten buiten, maar daarna wordt het toch wel wat fris om buiten te zitten. We kijken naar de laatste 50 kilometer koers, zijn alletwee een beetje moe en gaan wat op bed liggen. Heerlijk vind ik dat, zo zonder schuldgevoel lekker wat in je bed kruipen en lezen. We vallen alletwee in slaap, het is 8u voor we wakker worden. Nog een boterhammetje eten, opruimen en verslag schrijven, en off to bed we go. Morgen een ganse dag koers kijken. Hopelijk valt het weer wat mee. Voor vandaag gaven ze vanaf 15u regen, voorlopig is er nog geen druppel gevallen.
Zondag 14 mei
Rond 6u worden we wakker, en het begint stilletjes te druppelen. Dat valt eigenlijk best wel mee, volgens de voorspellingen zou het gisteren al om 15u beginnen regenen. Wat het niet deed. Maar, het begint steeds harder te regenen. En het ziet ernaar uit dat het voorlopig niet gaat stoppen. We maken ons op het gemak klaar, eten ons ontbijt, kijken buiten en wachten. Een tijdrit vandaag, dus een ganse dag koers “aan ons deur”. Maar als het zo blijft gieten, zal er toch niet echt veel aan zijn. Afwachten.
Meneertje Mertens loopt al eens rond, ik blijf lekker binnen. Gelukkig hebben we regenjassen bij, en ook onze winterjassen (maar een regenbroek, muts, sjaal en handschoenen zouden echt geen luxe zijn). Rond half tien trek ik ook eens naar buiten. De gietende regen is weer overgegaan in zachte regen. De wegen zijn al afgesloten, er staat politie, en we blijken net aan het eerste tussenpunt van de tijdrit te staan. Op het kruispunt stelt een cameraman zich op (de “vaste camera”).
We lopen eens tot aan “het huis van de moeder van Pantani”, dat vlakbij is. Er is behoorlijk wat ambiance, de fanclub van Marco Pantani heeft er zijn tenten opgeslagen. In het huis is ook een museum over Pantani.
We zien een wagen van de vrt met Renaat (Renaat! Renaat? Kom maar Renaat!) passeren. Ik doe een uitgebreide babbel met de Britten die er staan, erg toffe mensen. De renners die het parcours verkennen passeren.
Na een tijdje gaat de zachte regen weer over in gietende regen, en vluchten we naar binnen. We houden de boel wel van hier in de gaten, en eten een boterhammetje.
Tegen het begin van de tijdrit zelf gaan we weer naar buiten, en zien de eerste renners voorbijrijden. Waarna het weer begint te gieten. We staan een tijd onder de luifel van één van de Belgische campers, maar geven ook dat na een tijd op (de foto’s lijken toch nergens naar), en gaan weer binnen zitten. We hebben medelijden met de agenten en de vrijwilligers en de cameraman.
Liefde is… samen in de gietende regen onder de roze paraplu naar de Giro kijken.
Rond 15u30 klaart het weer wat uit, en stopt het zowaar met regenen. We gaan weer buiten staan, en zien na een tijd de “grote kanonnen” passeren.
Het regent af en toe een beetje, maar plenzen doet het gelukkig niet meer. Als de laatste renner gepasseerd is, duiken we weer de camper in om het slot (spannend!) op TV te zien. En dan, dan… dan gaat de zon schijnen. Jaja. Die rosse.
We ruimen op, nemen afscheid van de twee Belgische koppels waarmee we gebabbeld hebben, en rijden op aanraden van 1 van hen naar een grote camperplaats aan de kust, in Cesenetica. Vlakbij dus. Daar gaat alles vlot, plaats zat (140 plaatsen krijg je niet snel vol, lijkt me zo), we kunnen nog eens lozen en alles opladen. We eten er ons avondeten, en kruipen lekker in ons bed. Morgen gaan we weer een eind rijden.
Grappig, die grote roze paraplu. Dat is echte liefde voor de Giro! Jammer van de regen, voor de renners én voor jullie. ‘Camperen’ zorgt voor veel sociaal gevoel, fijn!
Dat soort beelden vind ik dus echt zalig hè 🙂
Het is vandaag weer huilen met de pet op, qua weer. Jammer. Inderdaad, voor de renners ook.
We zijn onwaarschijnlijk sociaal, naar ons doen 😀
Zo jammer dat Evenpoel corona heeft gekregen.
Verder krijg ik vakantiegevoel van jouw blogs als ik ze lees. Veel plezier op jullie volgende stek. Ik kijk uit naar de verhalen.
Dat Evenepoel weg is, moest hier toch ook wel even verteerd worden. Jammer. Voor iedereen: vooral voor hemzelf, voor de wielerliefhebbers, voor de fans, voor de ploeg, én voor de Giro.
Fijn om lezen vind ik dat, dat je plezier hebt aan onze avonturen 🙂
Net als Dorothé krijg ik instant vakantiegevoelens bij het lezen van jouw blog. Zo heerlijk om mee te reizen en zoveel te zien via jouw foto’s.
Zo fijn om te lezen Bea 🙂
Wij hadden hier een zonnig weekend na veel regen. Onder moeders roze paraplu of voor ‘Gustaph’ songfestival 😀
Hihi 🙂 Hier blijft het afwisselen. Mooie dagen, en dagen dat het oude wijven, katten en honden tegelijk regent, zoals vandaag.
Wat jammer dat er zoveel regen viel, zeker ook voor die mensen op de fiets…bbrrrr!
Zeg wel. En vandaag ziet het er net hetzelfde uit, alleen met nog wat meer wind.
Moh! Jullie moeten bijna naast mijn ouders gestaan hebben die dag! Of gezeten, want door de regen hebben ze het merendeel in hun camper op tv gevolgd 🙂