Donderdag 21 juli
Het is de Belgische nationale feestdag, en dat merken we toch altijd als we naar de Tour gaan. Dan wordt er al eens meer getoeterd of geroepen naar “les camping caristes belges”. We willen vroeg vertrekken naar het parcours vandaag, ik heb gisteren nog zitten bekijken wat we konden doen. Ik had besloten dat we tussen de Col des Spandelles en Hautacam zouden gaan staan.
Ik geraak niet echt vlot uit bed, en we vertrekken wat later dan voorzien. Het is een 50-tal kilometer naar Lourdes, op het laatst is het wat zoeken waar we heen moeten. Maar het lukt. We komen uit op het parcours waar ik het voorzien had, en komen er achter dat wat ik voorzien had, helemaal niet geschikt is. Want op het punt waar ik voorzien had, rijden we meteen Hautacam op. Oeps! Neen! Willen we niet, we zijn niet gek.
Het parcours gaat vandaag in een grote lus van Lourdes naar Hautacam, en die twee punten liggen op ongeveer 10km van elkaar. Dus is het niet ver om naar het begin van het parcours te rijden, waar we inpikken om een plekje te zoeken. We rijden ook hier meteen een berg op, maar die is natuurlijk maar een dwergje vergeleken met Hautacam.
Smalle wegen, kleine dorpjes, onvoorstelbaar veel mariabeelden en jezussen aan het kruis, ik vind het hier wel echt mooi. In Ségus vinden we een plekje achter een stel andere camperaars, downhill maar net voor een bocht. Fijn plekje.
‘s Morgens was het nog bewolkt, de bergen zaten in de wolken, maar tegen de middag is het uitgeklaard en wordt het best wel warm.
De camper is vrij koel, en we hangen voor het gemak een tijdje binnen, buiten smelten we in de zon. We zitten op goed een kwartier van de start van de rit, en we zien de helikopters opstijgen en hoogte winnen. Kort daarna zijn de renners er. Wout Van Aert voorop, dan het peloton in een lange sliert. We hadden kort ervoor beslist om op te ruimen en naar de camperplaats te rijden, hier gaan we smelten. We ruimen gezwind op, maar moeten dan nog een tijd wachten voor de weg vrijgegeven wordt. We rijden Lourdes door (wat is het daar mooi zeg), passeren aan het vliegveld…
… en worden dan via smalle wegen teruggestuurd naar Tournay.
La douce France, niewaar.
Daar kijken we verder naar de koers, wat een spannende race. Maar voor ons toch wel een beetje eindigend in een anticlimax. Kort na de koers beslissen we om vanavond al een eind te rijden. Plan was om morgen 270 kilometer te rijden naar het parcours van de tijdrit, maar we beslissen nu al wat te rijden. Het is 34 graden, we hebben het te warm, en rijden is frisser.
We ruimen op, eten nog iets, gaan lozen, en vertrekken dan richting Rocamadour. We gaan het hele parcours van morgen (Castelnau-Magnoac – Cahors) afrijden. We worden weer heel smalle wegen opgestuurd en het gaat absoluut niet vooruit. Er is ook een onaangekondigde afsluiting van een weg, waar we eens goed verkeerd rijden, en dan via heel smalle wegen weer op het goede punt belanden.
We komen op een spiksplinternieuwe weg richting het startdorp van morgen, en voor het dorp is alles afgesloten. Er staat een auto met een meneer, volgens mij de burgemeester van het boerengat waar de Tour morgen start, die verkregen heeft dat de weg volledig vernieuwd werd, en nu aan de mensen uitlegt hoe en waarom ze moeten rondrijden. Grappig. Via de omleiding vinden we de weg, en rijden verder, nu op grotere wegen.
Het dashboard van de camper gaf een waarschuwing dat we adblue moeten toevoegen, Meneertje Mertens stopt aan elk tankstation (echt héél veel zijn het er niet) om te kijken of ze adblue hebben. Nope nope, nope. Niet. En de wegen waar we langsrijden doen niet veel goeds vermoeden wat betreft adblue. Noch wat betreft een hamburger die we nog zouden willen eten.
Maar, lo and behold, vanaf Castelnau rijden we over grotere wegen, en in Auch (haha) zien we eerst een McDonalds, en daarna, hoera! Een Quick. We gaan eten halen, eten het op in de camper, en rijden verder. In Saint Clar stoppen we nog eens aan een tankstation. Geen adblue, wel goedkope diesel dus tanken we, en beslissen dan en daar te slapen op de parking van de Intermarché. Meneertje Mertens ziet op de parking wasmachines, en hij steekt nog een was in. Die daarna in de droogkast kan. Doet hij allemaal, ik lig ondertussen al te slapen.
Vrijdag 22 juli
Rond 5u30 worden we wakker. De parking is echt multifunctioneel, Meneertje Mertens wast er de auto in een hoge carwash, terwijl ik de was opvouw en wegsteek. Niet zonder kop koffie, uiteraard. Daarna rapen we ons gerief samen, en tegen 7u zijn we weer op weg. Nog een 170-tal kilometer te gaan. Tot Cahors rijden we op het parcours van de rit van vandaag. Eerst stoppen we nog eens bij een bakker voor brood en koeken. We zien fantastisch mooie landschappen, ook hier is het erg mooi.
De opkomende zon maakt het extra mooi.
Departement Gers, daarna Tarn et Garonne, daarna Lot. Ik denk dat we in Cahors wel tankstations zullen vinden met adblue, en zoek er eentje op. Handig, vlakbij een Leclerc, en op de weg die we volgen. We combineren dus het aanvullen van de adblue met onze boodschappen, in een gigantische Leclerc. Voor die winkel zou ik gewoon hier willen gaan wonen. Zo groot, zoveel lekkere dingen.
Na Cahors is het voor een kleine 100 kilometer gedaan met parcours volgen. Nog steeds mooie landschappen, maar op het eind ook een vreselijk saai stuk weg. Eigenlijk nog liever die kleine wegjes dan dit. In Lacapelle-Marival (startplaats van de tijdrit morgen) zoeken we nog naar een plek om te lozen, wat met enige moeite ook lukt. Daarna op zoek naar het parcours, wat met enige moeite óók lukt. We rijden een twintigtal kilometer op het parcours, zien weinig plekjes, en die weinige plekjes zijn al volzet. Niet ver voor het tussenpunt in Gramat is een gigantisch camperland, en daar stellen we ons bij, de goesting om nauwelijks aanwezige plekjes af te zoeken is over. Er zal hier nog wel veel volk bij komen staan, maar we staan goed.
Het is de hele namiddag onvoorstelbaar rustig. We doen het op het gemak, ik vind het vooruitzicht van een dag luieren echt de max. Wolken kijken, wat doe ik dat graag.
Slaatje eten, koers kijken (we zien toch wat dingen die we herkennen – de aankomst is alweer een anticlimax), buiten zitten en bekijken wat voorbijrijdt.
Wij staan hierzo, tussen twee Bretoense campers.
De buren van de andere kant, twee aangename Bretoense mannen, maken een foto van ons, en wij één van hen.
We eten fruit, schrijven verslag, eten een boterhammetje. Ik maak foto’s van de ondergaande zon, op twee verschillende momenten. En dan in bed nog wat buiten kijken en lezen.
En dan om te eindigen: rodahliaaaaaaaaaaa!!
Het zijn allemaal dahlia’s van Sara, denk ik, maar dat maakt niet uit. Het zijn mooie foto’s, van Sara.
Ja, die supermarkten in Frankrijk … ik kan mij daar ook nooit inhouden. Wij hadden ook weer heel wat mee toen we in juni terugkwamen van Frankrijk.
Oooh, de foto van de dahlia met de ‘heerbeestjes’ (volgens Wannes) is prachtig.
Mooi bericht! Het geeft echt inzicht in hoe het is de koers te volgen. En je hebt prachtige foto’s gemaakt weer!
Alweer heel mooie foto’s! En die bloemen! Prachtig. De streek waar jullie zitten en de plaatsnamen komen me bekend voor, vermoedelijk ben ik daar als kind op vakantie geweest.
Ik heb weer genoten en nagenoten! Heerlijk.
Soms lijkt het een beetje op het bermtoerisme uit de jaren 50, maar dan anders. 😉
Die ochtend en avondfoto.s zijn prachtig