Vrijdag 9 juli
We overnachten op het parcours van de Tour de France, de rit Dole – Lausanne. Overdag was het druk, maar de nacht was rustig, zoals ik verwachtte werd het erg stil op de weg. We zouden rond 4u30 opstaan om een wandeling te maken en de zonsopgang te fotograferen, maar ik hoor de wekker niet. Een beetje later word ik vanzelf wakker, ik hoor Meneertje Mertens niet en denk dat hij weg is, tot ik me realiseer dat dat niet kan, waar zou hij naartoe zijn? Dan flitst zo even dat “hij is toch niet dood” door mijn hoofd, maar gelukkig hoor ik hem daarna. Hij is wakker. Hij wil wel opstaan, maar ik heb nul zin, en we besluiten nog wat te slapen. Dat doet deugd, eindelijk heb ik eens een nacht van meer dan 5u slaap (die korte nachten hebben niet te maken met het vroege opstaan, wel met het lange wakker liggen).
Rond 6u30 staan we op het gemak op. Tijd voor koffie. Ik blijf nog wat liggen, terwijl Meneertje Mertens buiten onze mobilhome een beetje versiert voor de koers.
Rond 8u30 sta ik op, kleed me aan en maak mijn ontbijt, dat ik buiten opeet. De rest van de voormiddag is heerlijk rustig. Lezen, foto’s maken van bloemen, nog een koffietje drinken…
Wie niet van de koers houdt en de koers nooit met volle goesting eens beleefd heeft, begrijpt dit niet, het lange wachten op de koers om dan de renners te zien voorbijflitsen. Het is zoveel meer dan dat. Het is je tempo verlagen, naar de mensen kijken, naar het verkeer kijken, op je gemak zitten en naar de wolken staren. Verstillen en observeren. Een beetje “in the zone” geraken.
Maar goed, waar waren we. We zitten de hele voormiddag en namiddag buiten, smeren al eens wat zonnecrème, eten een boterham met kaas, eten een saucissonneke, kijken naar de mensen. De twee vrouwen die gisteravond naast ons kwamen staan met hun grote Citroen (waarin ze dus sliepen) knopen een gesprekje aan, het zijn aangename en down to earth madammen.
Een half uur voor de renners gaan passeren, stopt er een wagen van Wanty naast ons, met verzorgers die de bevoorrading voorzien.
De koers passeert, deze keer zie ik de gele trui en een paar bekende gezichten, en ik zie de motor waarop Maarten Vangramberen zit.
Na de passage van het hele circus kijk ik verder op TV, terwijl Meneertje Mertens buiten opruimt en ik binnen ook al wat opruim. Na de koers moeten nog onze mat en de satelliet opgeruimd worden, en sluit ik binnen alles af wat open stond (en dat was veel).
We vertrekken naar de camperplaats van Métabief, waarbij we een stukje door Zwitserland rijden, langszijden het Lac de Joux.
We stoppen kort om te genieten voor het uitzicht.
In totaal is het ongeveer 50 kilometer rijden tot aan de camperplaats. Dat is een veredelde parkeerplaats (dat wisten we) maar de ligging is best wel mooi, en alles is er in orde, dus zijn we tevreden. Vlakbij is er een manège + we horen ook een kakofonie aan koebellen = er zijn dus veel vliegen. Meneertje Mertens maakt zich nuttig met wat poetswerk…
… ik maak mezelf minder nuttig met het fotograferen van de zonsondergang.
Waarna we uitgeteld in ons bed kruipen.
Zondag 10 juli
We willen vandaag op het parcours gaan staan ergens in Zwitserland. Plan is: om 4u opstaan, om 5u vertrekken. Ik hoor geen wekker en Meneertje Mertens reageert niet enthousiast op de wekker, dus we staan een uur later op en we vertrekken ook een uur later. Niet erg. Het is vakantie. Lang geleden (voor gisteren, uiteraard) dat we nog eens langs een grens met douanekantoor passeerden.
We rijden een stuk dezelfde weg als gisteren, maar in Vallorbe rijden we de andere kant op. Een 80-tal kilometer tot het parcours.
We vergapen ons aan mooie landschappen, en naargelang we vorderen, worden de bergen steeds hoger.
Op de plek waar we willen inpikken, zijn er werken, en we rijden er hopeloos verkeerd. Terug dan maar, en met een beetje nattevingerwerk geraken we toch op het parcours.
Internet hebben we hier niet, je wil begot niet weten hoeveel roaming hier kost. Niet normaal, echt. Dus zetten we onze mobiele data af, en rijden we op de GPS zonder internet. Het parcours is net vandaag redelijk ingewikkeld, en ik snap er niks meer van. Denk dat ik een fout gemaakt heb in mijn planning, en ik heb geen idee welke kant we oprijden. Maar dan passeren we aan een plek waar de aankomst van de tussensprint opgebouwd wordt, en dan vallen de puzzelstukjes in elkaar. OK! Ik weet waar we zijn, en welke kant we oprijden. En ik hád geen fout gemaakt, verdju. Goed.
Op zoek naar een plekje dan maar. En dat duurt en dat duurt en dat duurt. Enerzijds nauwelijks geschikte plekken, anderzijds brede wegen, vaak bergaf, waar ze megahard gaan doorrijden. Op een bepaald punt moeten we terug (voor de eerste beklimming), anders dwalen we echt wel teveel af. Maar dan vinden we ineens toch een plekje, hoera! Op een plek waar het licht bergop gaat, op een kleine parkeerplaats. Er staan twee andere campers (Duitsers) en later komt er nog een personenwagen bij.
We houden ons in stilte en zonder internet bezig…
… en genieten van het uitzicht aan het begin van een meer.
We eten iets eenvoudigs, we kijken vanuit de mobilhome naar de publiciteitskaravaan, we kijken naar de koers op tv om toch een beetje te weten hoe de koers verloopt, en een kwartier voor ze gaan passeren, stellen we ons buiten. Ik oefen een beetje foto’s maken van de voertuigen op manuele stand, en dat lukt behoorlijk.
Onze Duitse buren zijn superenthousiast over Wout Van Aert, en komen vragen hoe ze zijn voornaam moeten uitspreken, want ze willen voor hem supporteren. Schattig.
Na de koers blijven we niet naar TV kijken, we zijn nogal ver in Zwitserland gewaaid en willen niet te laat de terugweg aanvatten. We staan nog een tweede gereserveerde nacht in Métabief, vandaar. We sukkelen wat bij het aanvatten van de route, en verliezen zo wat tijd, maar daarna gaat het vlot. Een vollédig andere weg dan in het doorgaan, soms vragen we ons wel eens af of we naar de juiste stad aan het rijden zijn, maar uiteindelijk klopt het allemaal. We rijden over de Jaunpass, de eerste echte berg die we beklimmen met deze camper, en het is best wel spannend en het duurt lang. Maar het gaat vlot, al helemaal met een automatiek, Meneertje Mertens mist het manueel schakelen absoluut niet.
Eens boven is er geen uitzicht, de top staat vol met bomen. Een einde verder kunnen we toch stoppen.
Pas om 19u45 zijn we terug op de camperplaats, een beetje uitgewoond.
Lozen en vullen, elektriciteit aansluiten, meloen en een yoghurt verorberen en dan op bed gaan liggen. Verslagje typen, in een blogbericht heb ik nu geen zin meer. Morgen is er rustdag in de Tour, en rijden wij van Métabief naar Bonneville. It’s the Alps baby! And we love it.
Bij het klaarmaken voor bed zie ik nog mooie kleuren buiten, en kan ik het niet laten om nog even buiten te gaan om een foto te maken.
De laatste twee dagen in de bergen evenwel hebben we een vreselijke hekel gekregen aan motoren en motards. Die zijn hier blijkbaar om zich helemaal uit te leven, veel te hard te rijden, veel te veel lawaai te maken, gevaarlijk voorbij te steken, misselijkmakend patsersgedrag te vertonen en daarbij nog eens te stinken voor dood. Echt, vreselijk. En gevaarlijk. De motards die zich aan de verkeersregels houden zijn op één hand te tellen. In Frankrijk gisteren op de berg trouwens ook ontelbaar veel patsertjes met patserwagentjes met luide knalpotten en een kapotte snelheidsmeter. Na een tijd ga je echt denken: jong, rijdt tegen een verlichtingspaal. Of een duiker. Als het maar hard is en niet wijkt voor onnozele randdebielen.
Nog iets: de weersvoorspellingen. Voor morgen en overmorgen, als we in Bonneville zijn.
Eind deze week zijn we in Villasavary, wat niet echt ver van Carcassonne ligt. Carcassonne ken ik als een stad/regio waar het loeiheet kan zijn. Dus, de voorspellingen voor Villasavary.
In het vorige blogbericht was er geen dahliaverslag van Sara wegens corona, vandaag zijn de foto’s wel weer op post.
Hoe deze uitgroeide van een scheef begin van bloem naar iets wat er in mijn ogen perfect uitziet.
En deze dan. ’s Ochtends:
’s Avonds. Wat een verschil!
Mooie foto’s door dahliasitter Sara.
Wat een schitterende weer daar in de Alpen. Leuk dat we weer even mochten meegluren 😉
Wat kun je toch mooi vertellen. Zo lees ik wel graag een reisverslag. 🙂
De koers zou me geen jota interesseren, maar jullie uitzichten des te meer!
Mooie beelden van wellicht het mooiste – en tevens duurste – land van Europa, waarmee ik uiteraard Zwitserland bedoel.
Ik krijg alweer heimwee … tot ik dan de temperaturen zie.
Zoveel mooie beelden alweer. Zwitserland… dat kan mij ook zeer bekoren.
De hoge temperaturen zouden me echter afschrikken.
Onthaasten en genieten, goed bezig!!
Ik had onze droom (een eigen camper) in de ijskast gezet maar begin toch weer te twijfelen. Mede door jouw (beeld) verslagen 😀
Auw, mijn gat 😀. Weet je, de man des huizes als chauuffeur en ik als passagier op de moto, vinden het niet zo prettig achter een Dethleffs of ander soort camper met een prozaïsche naam te rijden. We hebben ze al vervloekt, de Rapidos die helemaal niet rapido zijn. Je ziet gewoon niks als je er achter hangt. En de weg en het landschap voor jou zien liggen, is nu net één van de leuke dingen op de motor. Nu halen wij geen toeren uit om die voorbij te steken (de man des huizes is een chauffeur die de dingen zeer goed inschat vóór ie aan een manoeuvre begint) en respecteren steeds de maximumsnelheid. Vriendelijke chauffeurs gaan in de mate van het mogelijke opzij. Maar soms is dat niet mogelijk en hopen wij dat de mobilhome in kwestie zo snel mogelijk afslaat. Wederzijds begrip kan helpen. Laat jullie reis er niet door vergallen. Hier in de UK nog niet te veel campers gezien 😁.
Ik deel je liefde voor bloemen, natuurzichten en muziek, doch koers laat me compleet koud.
En, o ja: ook de liefde voor fotografie hebben we gemeen. Prachtige opnames, trouwens! Ze geven me een instant vakantiegevoel. (Vakantie die ik overigens ook dit jaar ontbeer…)
Prachtig, die uitzichten van onderweg!
Het prachtige uitzicht is de moeite waard , van de rest snap ik inderdaad helemaal niets. Maar als jullie er plezier aan beleven is dat toch prima! We hoeven niet allemaal hetzelfde leuk te vinden.
‘k vind zonsondergang foto’s niet onnuttig hoor