Zaterdag 25 september
Vandaag gaan we een kleine 300 kilometer rijden, naar onze volgende stek La-Barre-des-Monts aan de voet van de brug naar Île de Noirmoutier in de Vendée. 300 kilometer door een paar ommetjes, langs Île de Ré en St.-Hilaire-de-Riez.
We hebben lang getwijfeld hoe lang en waar we zouden verblijven op of nabij Île de Ré, maar uiteindelijk hebben we dat hele plan maar geskipt omdat het er te toeristisch zou zijn en campers niet echt welkom zouden zijn. We gaan wel eens tot aan de Phare des Baleines rijden.
We worden niet ál te vroeg wakker en maken ons op het gemak klaar om te vertrekken. Bij het buitenrijden van Soubise zien we een bakker, waar ik snel twee broden en wat koeken ga halen. Daarna rijden we in één ruk verder naar Île de Ré.
Tot mijn jolijt rijden we nog eens over het Viaduc de Martrou.
En zien we de Transbordeur de Rochefort, uiteraard.
Het was al grijs bij ons vertrek, maar het weer wordt steeds slechter. Het begint stilletjesaan te regenen. Een ritje over de brug naar île de Ré (heen en terug) kost 8 euro. We rijden verder, en rijden richting onweer. Ik check even op mijn onweer-app en zie dat er een grote onweersbui boven de oceaan hangt, die net tot de uiterste toppen van de eilanden reikt. We zien het bliksemen, en het gaat steeds harder regenen. Het begin van het eiland is erg druk, daarna krijgen we rustiger wegen voorgeschoteld.
Aan de Phare des Baleines giet het water, er is weinig volk. Er komen wel steeds meer auto’s, campers en campervans, veel mensen vertrekken uitgedost in regencapes en met paraplu’s naar de vuurtoren.
Wij hebben er nul de botten zin in (misschien hebben we geen regencapes en paraplu’s mee, dat kan ook), drinken een kop koffie en eten een koek, en vertrekken weer. Ik vind de vuurtoren toch niet echt mooi, hehe.
We rijden het eiland weer af, sukkelen een tweede keer door La Rochelle, en belanden dan stilaan op rustiger wegen richting Île de Noirmoutier. We stoppen rond 13u30 in Le Champ-Saint-Père voor een boterham en een beetje rust.
Daarna gaat het naar Camping La Plage in Saint-Hilaire-de-Riez, waar mijn ma en Herman voor een week verblijven. We posteren onze camper daar op de parking, en gaan een bezoekje afleggen. We kijken samen (met veel commentaar, zoals je kan zien) naar de laatste 20 kilometer van het WK van de vrouwen…
… drinken koffie, eten een taartje, en vertrekken weer.
Nog een 25-tal kilometer te rijden naar La Barre-de-Monts, waar we rond 17u aankomen. Lozen en water bijvullen, en een plaatsje zoeken.
We vinden een plaatsje in een rustig hoekje, en zijn content. Buiten zetten we nog niet veel op, de voorspellingen zijn niet veel soeps en zin om alles weer rap-rap binnen te halen als het begint te regenen, hebben we niet. Meneertje Mertens maakt buiten ons eten klaar, en na ons avondmaal trekken we eens naar de kust, waar we de zon tussen het vele grijs zien ondergaan.
Hier hebben we uitstekende WiFi en kunnen we casten, dus kijken we eindelijk eens een aflevering Vive le Vélo. Waarna het bedtijd is. Het is hier stil, en stekkedonker.
Zondag 26 september
Voor vandaag heb ik een rustdag voorzien. Ik ben moe van de laatste zware dagen. Eventueel een klein fietstochtje in de buurt, meer zal het niet worden. We blijven wat langer liggen en doen alles lekker op het gemakje. Meneertje Mertens gaat wel een eind fietsen op het eiland. Ik blijf “thuis”, neem een uitgebreide douche, maak soep, en doe een handwasje. Ondertussen staat de TV op met de start van het WK.
Mijn knie na de valpartij van een paar dagen geleden.
Ik eet soep en een boterhammetje (mmm dat mueslibrood van de bakker van Soubise is lekker). Het plan in mijn hoofd is om tijdens de “luwe uren” van het WK (een WK wielrennen is door de band genomen de saaiste koers van het jaar, met een actief begin, daarna het grote niets gedurende uren, en dan een spetterende finale) dat eindje gaan fietsen. Maar op 180 km van het einde is het opeens langs alle kanten koers, waardoor ik blijf kijken. Geen ritje. Lekker koers kijken. Niks mis mee.
Jammer genoeg eindigt het WK met een ontgoocheling voor de Belgen (daar gaat nog over gepalaverd worden, denk ik). Maar wel met een mooie en verdiende winnaar. En met een dikke pluim voor de organisatie en het publiek dat zo imposant talrijk opdaagde. Dikke min wel voor de achterlijken die Alaphilippe uitjoelden en bier naar hem gooiden. Awoert. Smet op het blazoen van de Vlaamse koersliefhebber (samen met die f*cking vlaggen altijd).
Meneertje Mertens kwam ondertussen ook thuis, tevreden van zijn tochtje. Alleen jammer dat er werken zijn op de brug, en dat je er als fietser niet veilig kan passeren. Ik krijg al schrik voor mijn geplande tochtjes de komende dagen.
Hij passeerdege bij de Passage du Gois, bij hoog water.
Mooie wegen.
Ook hier is het zout alomtegenwoordig.
De toren die we zien vanop de Plage de la Grande Côte.
We maken samen eten (hij: vlees en patatjes buiten op de Party Grill, ik: groentjes binnen op het gasvuur). We smeren ons in en eten buiten. Ja, hier zitten nijdige krengen van muggen, weet ik van de vorige keer (toen ik naar de apotheker moest om iets tegen de jeuk, ik werd er ‘s nachts wakker van, om zot te worden). Na het eten was ik de viezigheid weer van mijn lijf, trouwens, brrrr. We trekken nog eens naar de zee om de zon te zien ondergaan (dat wordt een mens toch nooit beu).
We stappen tussen heerlijk geurende hagen. Gisteren zocht ik al eens op wat die struiken zouden kunnen zijn. Ik zie nu pas dat ze toch bloeien, vandaar die bedwelmende jasmijngeur. De stekelige olijfboom, zegt PlantNet.
We ruimen buiten toch maar op, want het ziet ernaar uit dat het gaat regenen. We kijken in ons bed nog een aflevering Vive le Vélo (we hebben wat achterstand in te halen) en gaan slapen.