Dinsdag 21 september
We zijn allebei al vroeg wakker, en doen alles rustig en op het gemakje. Ontbijten, opruimen, aankleden… het heeft allemaal geen haast. Boven het muurtje van de camperplaats zie ik tijdens mijn ontbijt de zon opgaan. Prachtig. Deze keer wil mijn telefoon de kleuren niet goed vatten.
Rond 9u trekken we met de fiets naar het dorp voor wat boodschappen in de plaatselijke supermarkt. Verloopt allemaal vrij vlot.
We hadden al beslist dat we vandaag zouden gaan fietsen, ik wil ook het tochtje van 46km maken. Het is ondertussen wat aangepast en een paar kilometer korter. Meneertje Mertens belooft braaf te zijn (en dus niet veel te hard vooruit te fietsen, of achter mij commentaar te geven op wat ik – in zijn ogen – allemaal verkeerd doe), dus gaan we samen fietsen. We rijden langs de Phare de Chassiron…
… en zo langs de kust naar de Plage de Chaucre.
Het gaat verder tot in La Côtinière (waar we eerder al waren)…
… en dan volgt een enerverend stuk door het binnenland naar de andere kant van het eiland. Wat zijn de automobilisten agressief. Meneertje Mertens wordt uitgescholden voor sâle cycliste, dat hij hier niet in Parijs is. Mmm, ik denk niet dat hij ooit al in Parijs fietste. Sâles automobilistes. Goed. Een keer aan de andere kant van het eiland gaat het weer beter. Wind op, maar het kon erger.
We rijden door het havenplaatsje Le Douhet, waar we eerder ook al waren. Maar nu rijden we er eens tot aan de jachthaven, en daar vinden we het veel mooier dan de plekken die we de vorige keer zagen.
Langs de kust gaat het verder naar La Brée-les-Bains, en rest ons nog een mooie piste cyclable tot in Saint-Denis-d’Oléron.
Ik moet zeggen: ik ben moe. Blij dat we deze ochtend onze boodschappen al deden. Ik vond het zwaar, de wegen liggen hier slecht en alles doet pijn. De rest van de dag doe ik dus niet veel meer: buiten middagmalen (met soep, uiteraard), en geef toe, dit lijkt toch echt wel hoogzomer in Frankrijk hè. Of leven als god in Frankrijk, zoals Meneertje Mertens dan zegt.
Beetje WK kijken, beetje breien, beetje mensjes en campertjes kijken, dat doe ik ook nog. ‘s Avonds bakken we buiten een croque monsieur, lekker met sla en tomaatjes. We waren van plan pas morgen bij ons vertrek te lozen maar moeten dat plan herzien: de grijswatertank is vol, dus moeten we nu lozen. Buiten opruimen, binnen zorgen dat er niets kan gaan schuiven of omvallen, en dan tuffen we rustig naar de loosplaats. En terug naar onze standplaats. Ik ga nog eens tot in de weide naast de camperplaats voor wat foto’s van de zonsondergang (weinig spectaculair) en de vuurtoren in actie. Waarna ik in mijn bed kruip. Ik ben moe!
Woensdag 22 september
We staan wat later op. Ik ga foto’s maken van de zonsopgang naast de wijngaard rechtover de camperplaats.
Yep, het waait.
Meneertje Mertens maakt zich klaar om te fietsen, ik ga zelf een kort tochtje doen om wat foto’s van bloemen te maken. De omstandigheden zijn niet ideaal met die eeuwige stevige wind. Hopelijk zit er iets tussen wat geslaagd is.
Ik fiets nog eens over de piste cyclable die we vanuit de camper zien. Meneertje Mertens komt zeer enthousiast terug van zijn ritje, het was heerlijk. Ik ben bijna jaloers.
Foto’s van zijn rit:
Vooral over het stuk door de marais is hij heel enthousiast.
De wegen liggen er ook hier pijnlijk slecht bij.
Meneertje Mertens ruimt buiten op, ik maak soep (hehe) en we eten onze warme maaltijd ‘s middags (soep, spek en eitjes, champignons en brood). Daarna ruimen we alles op en vertrekken we.
Eerst gaat het naar de Super U in Saint-Georges-d’Oléron, waar we proviand inslaan voor de volgende dagen. Een uitgebreide Super U met buiten ook wasmachines en een benzinestation. Daarna gaat het verder naar Fort Royer, dat ik eens wilde zien, maar een fietstochtje kwam er niet van. Eigenlijk was het dat van Meneertje Mertens deze ochtend, en we doen dus een groot deel van de route die hij reed. En zo zie ik die mooie marais ook nog. We parkeren in Boyardville, en stappen naar Fort Royer.
Het gigantische havengebouw van Boyardville.
Ook hier waren we eerder al, maar toen was het zo grijs, dat we het nauwelijks herkennen in dit schitterende weer.
Het is behoorlijk warm en Meneertje Mertens moppert een beetje, want de huisjes zeggen hem niks. En waarom heet dat Fort Royer als er geen fort te bekennen valt?
Ik maak foto’s, we stappen terug naar de camper en vertrekken richting Soubise.
Dag, Île d’Oléron, tot de volgende keer!
Onderweg passeren we één van de vele volledig uitgebloeide, verpieterde zonnebloemvelden. Waarom blijven die zo staan? Geen idee.
De rit gaat vlot tot op een paar kilometer van onze bestemming, daar is een weg afgesloten door twee gendarmes en we moeten omrijden. Wat enige improvisatie vraagt, die toch wel drie keer rondrijden op het dubbele rondpunt (tja, we zijn in Frankrijk hè) vergt. Maar dan rijden we terug naar de voorlaatste afrit van de brede D-weg die we passeerden, daar had ik ook Soubise op het bord zien staan. En zo rijden we toch nog redelijk vlot naar onze camperplaats.
Camperplaats met zicht op het Viaduc de Martrou, begot! En aan de jachthaven van Soubise. Heerlijk. We eten ons avondeten buiten, het lijkt echt zomer! Waarna ik ons fietstochtje van morgen opnieuw plan, ik was er sowieso niet tevreden van en zie nu dat ik wellicht een piste cyclable gemist heb. Uiteindelijk wordt het een volledige andere rit. We hebben hier deftige WiFi, en het is aangenaam… dat komt helemaal goed hier!
Voor het slapengaan doen we in het avondlicht nog een wandelingetje in de omgeving. Wat een kleuren!!
Ik zal mijn fietsrit nog eens moeten omturnen, want we stappen eens tot aan het veer dat we willen nemen, en dat vaart in september enkel nog in het weekend uit. Ach ja. Daar in het midden ligt de veerboot die we niet gaan nemen dus.
Camperplaats met zicht op het Viaduc de Martrou, zei ik dat al eerder?
Slaapwel!