De coronacrisis is nog lang niet voorbij, we gaan ons nog lang in stilte moeten bezighouden. Dus leek een reeks gastblogs leuk om de boel wat op te vrolijken. Ik nodigde uit om een vriendenboekje in te vullen, en kreeg veel respons. Vandaag leren we Marleen kennen. Veel leesplezier!
Naam: Marleen
Leeftijd: 56
Mijn hobby’s:
- Handwerken. Als kind op school en van mijn bomma geleerd en altijd graag gedaan. Met periodes wordt er veel gebreid, gehaakt, geborduurd. Momenteel brei ik een ruitendeken voor mijn oudste dochter. Ik heb ondertussen genoeg wol zitten om nog jaren toe te komen, maar ik kan het toch niet laten om voor nieuwe projecten nieuwe wol te kopen. Tot ergernis van mijn man, maar ja.
- Sinds voorjaar 2020 is er (kleding) naaien bijgekomen, maar ik wilde dat eigenlijk altijd al doen. De stapel stoffen die ik door de jaren heen al verzameld heb, is niet meer te overzien. Gelukkig heb ik sinds drie van onze vier kinderen het huis uit zijn een strijk-/naaikamer met veel kasten, waar ik alles kan laten staan en niet steeds hoef op te ruimen. Ik volg nu ook naailes waar ik de finesses leer. Ik ben nogal vlug tevreden en wil alles rap af hebben en dat leer ik daar wel af. Spijtig genoeg is er door corona nu minder les.
- Lezen: ik lees altijd en overal. Ik ben al jaren een ongelooflijke fan van luisterboeken via Audible en Storytel. Sommige schrijvers lezen hun eigen boeken voor, da’s altijd een geweldige ervaring. Luisteren naar boeken vinden sommigen niet écht lezen, maar ik wel. En het kan overal!
Dit ben ik in 3 woorden: ongeduldig, daadkrachtig, resultaatgericht.
Als kind wilde ik dit worden: lerares of dierenarts. O ja, en journalist.
Dit is mijn beroep: ambtenaar in communicatie bij een lokaal bestuur.
Ik ben goed in:
- Zakelijk schrijven. In het eerste leerjaar schreef ik al de langste opstellen, nu beperk ik mij tot de essentie. Hoe minder woorden om de lezer iets duidelijk te maken, hoe beter. Een boek schrijven zit er niet in (want proza schrijven lukt niet meer) alhoewel ik dat altijd wel graag wilde. Ik heb grote bewondering voor schrijvers als John Irving, Donna Tartt, Jodi Picoult en Ann Patchett, schrijvers die mooie (liefst lange) verhalen vertellen en sterke, interessante karakters neerzetten.
- Talen: zet me ergens neer en ik spreek binnen de week de taal (al is het West-Vlaams, haha). Ik weet ik niet of ik ook Russisch of Chinees zou kunnen leren. Ik heb zes jaar Zweedse avondschool gevolgd, maar daar ben ik in juni mee gestopt omdat het op mijn werk superdruk had met corona en omdat ik nu ook naailes volg in avondschool. Zweeds leer ik nog elke dag via mijn Duolingo-app en mijn Zweedse series, natuurlijk, die ik nu zonder ondertitels kan bekijken. Reizen naar Zweden zit er door corona even niet in, maar het is daar echt mooi. Een aanrader. Prachtige natuur ook. En ze hebben lekker eten, leuke mensen, leuke winkels, eigenlijk is alles daar meer dan ok.
Ik ben slecht in: geduldig zijn, dingen op zijn beloop laten. Bij mij moet het vooruit gaan en wel nu! Dat kan al eens tegenvallen, natuurlijk.
Ik word blij van: afspreken met vrienden, in de zon zitten op mijn terras met een koffietje en een koekje of een drankje en aperitiefhapjes, aan het strand in Spanje liggen met een boek, gaan shoppen met mijn dochters, mijn kleindochter Marilou, onze hondjes Mara en Billie (Cavalier King Charles spaniels) en nog zoveel meer dat hopelijk allemaal weer kan als corona voorbij is …
Nutteloos talent: trivia onthouden.
Ik ben bang voor: slakken, spinnen en slangen. Bah! In de zomer zit onze tuin vol met huisjesslakken en kan je me al eens horen gillen als ik er per ongeluk eentje in mijn bloembakken aantref. Gelukkig zijn het geen naaktslakken, die zijn nog erger.
Mijn slechte gewoontes: ik ben (nogal) rechtdoorzee, wat niet altijd handig is. Maar ik leer nog elke dag bij daarin. Tegen dat ik 80 ben ik ben ik totaal diplomatisch.
Ik heb er spijt van: dat ik geen zus heb. Elke dag.
Mijn lievelingseten: zuiderse kost (pasta, chili, alles met bonen en kikkererwten) maar ook sushi en Vietnamees, Thais. Veel eigenlijk. Ik kook graag maar het moet een beetje vooruit gaan (dat kan geen verrassing meer zijn), ik bak ook graag en ben me nu, zoveel cakes later, op de Zweeds kanelbullar en vaniljkakar aan het toeleggen.
Dit lust ik niet: oesters.
Mijn lievelingskleuren: rood en blauw.
Mijn levensmotto: “Het is wat het is.” Je moet dealen met wat je overkomt. Dat is niet altijd makkelijk maar ik ben redelijk fatalistisch. Je kunt er niets aan veranderen.
Het is opmerkelijk dat er zoveel handige duizendpoten als Marleen zich in ons midden voortbewegen, de tijdsbesteding van elk van hen is zowel leerzaam als gigantisch. Respect ook voor het aanleren van een nieuwe taal, wat niet zo vanzelfsprekend is als het lijkt. Aangenaam verhaal, aangename vrouw.
Ik herken veel van mezelf in jou.
Dat naaien, vooruit willen gaan en dan in de naailes een volledige trimester over een broek moeten doen. Been there, done that. Stof verzamelen: had ik héél erg toen ik pas naaide, nu kan ik dat beter kanaliseren, maar ik heb massa’s ‘probeerstof’. Kringloop/gekregen lappen stof waar je al eens een mislukking mee kunt afleveren 🙂
Sinds kort heb ik ook de luisterboeken ontdekt (ik ‘lees’ via de app van Bookchoice) vooral handig in mondmaskertijden, want mijn bril dampt aan als ik op de trein wil lezen.
En zijn dat kaneelbroodjes in de oven? Ik maakte de vegan versie dit weekend voor het eerst. Zeker voor herhaling vatbaar.
Dag Marleen, wat een creatieve bezige bij ben je.
‘Het is wat het is’, is niet mijn levensmotto maar je moet inderdaad dealen met wat je overkomt en dat gaat gemakkelijker als je je daar bij neerlegt.
Blij je te leren kennen!
Aangename kennismaking. In het naaien gaat het traag vooruit maar sneller dan bij haken of breien. Dat is het voordeel. Ik ben wel geïnteresseerd in je recept van dat lekkers wat in de oven zit.
Bij ons in de tuin zitten er ook veel 🐌🕷🪳. Herkenbare situatie 🤣
Aha, daar is iemand die lacht met het West-Vlaams! Een taal waar ik bijzonder trots is,iets dat velen zouden begrijpen (én kunnen spreken) moesten ze een klein beetje inspanning doen.
West-Vlaams is een wereldtaal die eenieder zou moeten kunnen spreken. Zweeds is overigens geheel en al afgeleid van het West-Vlaams, mevrouw. Hà! 😉
De eerste keren dat ik Welgemeende van Flip Kowlier hoorde (vanuit het niets, kende de man niet), dacht ik dat die in het Engels zong.
😀
Bedankt voor het leuke initatief. Dat is hier een leuke vriendenbende. Een mens zou zo een nieuwe blog beginnen.
Heel graag gedaan, het is inderdaad gezellig. Laat het weten als je een blog start 😉
Aangename kennismaking Marleen!
Wat leuk dat je Zweeds leerde. De Scandinavische landen spreken mij ook zeer aan, maar ik was er nog nooit. Ooit komt het ervan.
Het recept van mijn kanelbullar wil ik jullie gerust geven . Ze zijn lekker oftewel mumms! Ik post het morgen.
En Thomas, ik vind dat West-Vlaams net heel leuke dialecten heeft. Ik sou dat graag leren spreken. Seffens eens kijken of Duolingo het aanbiedt! 😄
Ik heb het recept van de kanelbullar uit mijn Evernote opgediept. Ze waren lekker dit weekend. 😉
Kanelbullar (van Liselotte Forslin, de auteur van The Swedish Kitchen)
Voor 40-45 broodjes
– 250 gram boter
– 500 ml melk
– 50 gram verse gist of 16 gram droge gist
– 1 theelepel zout
– 85 gram suiker naar keuze
– 2 theelepels kardemomzaadjes
– 900 gram zelfrijzende bloem
Vulling
– 150 gram boter op kamertemperatuur
– 85 gram suiker naar keuze
– 3 tot 4 koffielepels kaneel
Decoratie
– 1 ei
– 3 eetlepels parelsuiker of amandelvlokken
Bereidingswijze
1. Smelt de boter in een pan en voeg de melk toe. Verwarm tot 37°.
2. Verkruimel de gist in een mengkom en voeg de gesmolten boter en melk toe.
3. Voeg het zout, suiker, gemalen kardemomzaadjes en bijna alle bloem toe. Bewaar nog een beetje bloem voor later.
4. Kneed het deeg tot het niet meer aan de zijkant van de mengkom plakt. Laat het 30 minuten rijzen onder een propere keukenhanddoek.
5. Leg het deeg op een bebloemd oppervlak en verdeel het in twee gelijke delen. Rol de helften in langwerpige vormen van ongeveer een halve centimeter dik.
6. Smeer de boter erover uit en strooi kaneel en suiker erover heen.
7. Rol de langwerpige vormen op en snij ze in stukjes tot je 40 à 45 broodjes bekomt.
8. Leg ze op de bakplaat, die je bekleed hebt met bakpapier. Laat opnieuw 30 minuten rijzen. Verwarm de oven voor op 225°.
9. Bestrijk de broodjes met een mengsel van losgeklopt ei en parelsuiker of amandelschilfers.
10. Bak de kaneelbroodjes 8 tot 10 minuten.
11. Laten afkoelen en smullen maar!
Haha, benieuwd of je tegen je 80 effectief diplomatisch gaat zijn 🙂 Superleuk dat je zo goed Zweeds kan spreken, heel mooie taal!
hahaha, je bent diplomatisch tegen dat je 80 bent. Lollig
ik ben ook grote Jodi Picoult fan