Fietssnelwegen in Vlaanderen. De theorie is mooi, de praktijk is vaak bedroevend tot frustrerend. In dit reeksje belicht ik elke week een verkeerssituatie die niet op een fietssnelweg hoort, en maak de vergelijking met een autosnelweg. Onderaan deze blogpost vind je de definitie van een fietssnelweg volgens Wikipedia, en een lijstje met voorgaande blogposts.
Deze week: dubbelzinnigheden
Hee kijk! File op de fietssnelweg (F400, ring rond Gent). Dat heb je op een autosnelweg ook natuurlijk. (foto met dank aan Fietsbult)
Maar, toch is het niet helemaal hetzelfde. Op een autosnelweg moet je niet uitstappen en je auto duwen op een stuk waar je elkaar nauwelijks kan passeren. We hebben het hier over de Saskes aan de Vlaamsekaai, de verbinding met Gentbrugge. Ik kwam er nu pas achter dat dit behoort tot het fietssnelweg-netwerk. Blij dat de verbinding er is (ik gebruik ze vaak en ze wordt heel druk gebruikt, zoals je kan zien), maar dit is niet fietssnelwegwaardig.
Ik reed richting Deinze over de F7, en kwam de mooie nieuw fietsbruggen over de Ringvaart en de E40 tegen. Echt, vooral onderstaande Zoë Borluutbrug vind ik schitterend. Daar doe ik helemaal niks aan af, en ik ben blij dat die bruggen er zijn, ze maken het fietsen richting Deinze veel minder gevaarlijk.
Maar: zou je zoiets tegenkomen op een autosnelweg? Een spiraal van 2 verdiepingen? Nee toch. En nog iets. Het bord: gedeelde ruimte tussen bromfietsers, fietsers en voetgangers. Kijk, op een autosnelweg is het nationaal nieuws als een fietser er tegengehouden wordt. Drama en hilariteit. Op een fietssnelweg is het de normaalste zaak van de wereld dat voetgangers en fietsers de ruimte samen moeten gebruiken. Vanwaar komen de vele conflicten en de polarisatie tussen fietsers en voetgangers? Door dit soort toestanden. Gedeelde ruimtes werken niet.
En dan nog zo eentje. De F7 passeert aan het station van De Pinte. En aan de parking. In een smalle straat met eenrichtingsverkeer. Goed, hoor ik je denken. Handig toch, zo dichtbij het station. Mja, als het niet druk is, zal dat zeker wel zijn. Maar als je daar in de ochtend- of avondspits moet passeren en het erg druk is, is het dan nog zo gemakkelijk? Ik denk het niet. Het lijkt me vooral gevaarlijke toestanden op te leveren. En ook, heb je dat al meegemaakt, op een autosnelweg? Stel je voor dat de parking van Dampoort station met de uitgang op de E40 zou liggen. Dat kan je je toch niet voorstellen? Waarom kan dit dan wel op een fietssnelweg? Waarom ligt die niet iets verder en is er een afrit naar het station?
Ik heb nog een uitsmijtertje: er waren werken op de weg waar de F4 langs loopt. Weet je nog, van in het begin van deze reeks, het tweerichtingsfietspad. Er waren dus werken, aan de weg. Niet aan het fietspad. Waar staat dat bord? Niet op de weg waar het de auto’s hindert hoor. Neenee. Daar waar het de fietsers hindert, uiteraard. En dat illustreert de mentaliteit in België. Auto is koning. Fiets is een irritante vlieg.
En hierbij eindig ik mijn reeksje met de vergelijking tussen fietssnelwegen en autosnelwegen. Ik hoop dat het verhelderend was.
- Aflevering 1: Tweerichtingsfietspad
- Aflevering 2: Obstakel op de fietssnelweg
- Aflevering 3: Moordstrookje
- Aflevering 4: Het betere bochtenwerk
- Aflevering 5: Fietspadbegroeiing
- Aflevering 6: Drukke wegen kruisen
- Aflevering 7: Voorrangsregels
De definitie van een fietssnelweg volgens Wikipedia:
Fietssnelweg, snelfietsroute, snelle fietsroute en in Vlaanderen ook fiets-o-strade zijn informele benamingen voor een fietspad dat is bedoeld voor langeafstandsverkeer.
Maar eigenlijk, nog volgens Wikipedia, is er geen definitie van een fietssnelweg.
Er is geen officiële definitie van een fietssnelweg. Tot de door overheden en verkeerskundigen genoemde kenmerken van een zo’n route behoren afwezigheid van gelijkvloerse kruisingen met gemotoriseerd verkeer, beter wegdek (bij voorkeur asfalt of beton) en afwezigheid van verkeerslichten. Tevens zijn fietssnelwegen doorgaans voorzien van een breder wegdek dan standaard fietspaden en worden scherpe bochten en omwegen in het tracé zo veel mogelijk vermeden. Vaak volgt een fietssnelweg het traject van een spoorweg, dat biedt een zo kort mogelijke route met een minimum aan kruisingen.
Fietssnelwegen worden genoemd als middel om files in het autoverkeer tegen te gaan. De verbetering van de fietsinfrastructuur kan de fiets een aantrekkelijker alternatief voor de auto in het woon-werkverkeer maken.
Dank je zeer voor deze reeks. Ik heb geen auto en verplaats me zowat altijd met de fiets. En ik heb ook al vaak plekken gezien waarvan ik dacht ‘dit moet ik toch eens laten zien op mijn blog’. Maar ik deed het nog nooit. Ik gebruik nooit een fietssnelweg, maar jouw reportages zijn een goede illustratie van het fietsbeleid in ons land.
Graag gedaan, blij dat je er iets aan had 🙂
Sommige delen van die fietssnelwegen kunnen zelfs als gewoon fietspad nog niet door de beugel. Ze geven inderdaad het fietsbeleid in ons land goed weer. Ik hoop dat daar ooit toch eens verandering in komt.
Als het niet zo in- en intriest was, dan zou ik er hier en daar heerlijk bij in de lach kunnen schieten..Ja, ik bedoel zeg nou zelf, die eerste foto dat is toch precies het zelfde als de aloude ‘Comedy Capers’ vroeger? 😉
Zo is het helemaal. Idioot en lachwekkend, moest het tegelijk niet zo triestig zijn.
Het maakt in ieder geval duidelijk dat er nog wel iets te verbeteren valt.
Zo is dat!
ivm koning auto: is ook typisch dat een auto die effe met pinklichten halthoudt dat doet op voetpad of fietspad eh en vooral niet op de baan om de andere auto’s niet te storen. Dat is een overtreding van hoogste graad, maar wie oh wie weet dat en wat is pakkans?
Hear hear!!
(Meneertje Mertens stopt daar dus voor hè, als hij met de fiets is, om van zijn oren te maken. Af en toe is het dan kletterende ruzie. Ik zeg altijd dat hij eens een pak slaag gaat krijgen. Maar hij heeft wél groot gelijk natuurlijk!)