Na 9 weken en 18 gastblogs, is de reeks gastblogs over de woonplaatsen van lezers en medebloggers afgelopen. Ik heb er enorm van genoten (ik vind het moeilijk om daarvoor de juiste woorden te vinden, maar ik vond het dus echt fenomenaal), ik heb graag samengewerkt met alle gastbloggers, de diversiteit was enorm, het enthousiasme groot. Ik wil jullie allemaal, stuk voor stuk, bedanken voor jullie bijdrage aan deze reeks. Het was schitterend! Jullie gaven allemaal een klein beetje verlichting in alle corona-ellende. Ook aan allen die meelazen en reageerden: mijn grote dank!
Om de reeks af te sluiten, ga ik zelf nog iets vertellen over mijn eigen gemeente.
Ik ben niet geboren maar wel getogen in Gent. Je hebt mensen die over de hele wereld gewoond hebben, anderen hebben een groot deel van Vlaanderen gezien, maar ik verhuisde van deelgemeente naar deelgemeente. Opgegroeid in Wondelgem, een paar jaar doorgebracht in Mariakerke, en ongeveer 30 jaar geleden naar Sint-Amandsberg verkast. Ik zou u veel kunnen vertellen over Gent, meestal de meest vreemde dingen want een goeie gids die de historiek kent, ben ik niet. Maar ik ga dat niet doen. Ik ga u meenemen voor een wandeling in deelgemeente en woonplaats sinds 1992, Sint-Amandsberg. Want, geloof het of niet, er valt hier heus wel wat te beleven.
Sint-Amandsberg is qua inwonersaantal de grootste deelgemeente van Gent, na Gent Centrum zelf. Wikipedia dist hiervoor een cijfer van 13 jaar geleden op, ik neem aan dat het nog altijd zo is.
Sint-Amandsberg is dichtbevolkt, en hier leven veel nationaliteiten bij elkaar. En die nationaliteiten leven vreedzaam en in vriendschap bij elkaar. Zelden heb ik hier problemen geweten. OK, de Dendermondsesteenweg is een vuil en frustrerend ding, maar heeft tegelijkertijd ook zijn sjofele charme. Lang waren er enkel pita-bars, nachtwinkels en Turkse cafés, maar de laatste jaren komen er ook wel wat hippe zaken bij. De buurt verjongt (dat is een proces dat al 30 jaar aan de gang is), hopelijk komt ook de leegloop van handelszaken ooit eens tot stilstand.
Sint-Amandsberg heeft in ieder geval twee troeven, twee echt fantastische plekken om te bezoeken: het Groot Begijnhof en Campo Santo.
Om dat te doen, heb je geen auto nodig. Ben je niet van Gent, dan kom je met de trein naar Gent en je stapt af aan Gent Dampoort (heb je het beruchte verkeersknooppunt gelijk ook eens gezien). Je gaat te voet naar de achteringang van het Groot Begijnhof, in de Engelbert Van Arenbergstraat (yep, Google Maps to the rescue voor de verplaatsingen). De poorten van het Groot Begijnhof zijn open van 6u tot 23u.
Het Groot Begijnhof is veel groter dan je zou vermoeden, en een oase van rust binnen de drukke stad. Ik kan er weinig zinnigs over vertellen, maar het internet kan dat natuurlijk wel. Ik kan u wel wat foto’s tonen.
Ingang in de Engelbert Van Arenbergstraat.
En ik vind dat ik wijze foto’s heb, dus ik ga jullie hier in true Satur9 style bedelven onder een berg foto’s.
In het begijnhof wonen geen begijnen meer (zijn er eigenlijk nog begijnen?), het wordt nu bewoond door mensen gelijk gij en ik en vele non-profit organisaties vinden er een werkplek.
Het is er verrassend groot, en bewust heel rustig.
Soms grazen hier koeien, of de stadsschaapjes.
Je stapt het begijnhof weer uit aan de ingang langs de andere kant in de Jan Roomsstraat en komt zo in de Schoolstraat.
Van daaruit gaat het verder naar Campo Santo (Google Maps, remember?). Je vindt daar op een kluitje het oude gemeentehuis en de Sint-Amanduskerk, maar daar ga ik het nu niet over hebben. Via de ingang in de Verkortingstraat (Schoolstraat en Verkortingstraat liggen ook maar 800m uit elkaar dus dat valt goed mee) stapte ik binnen in een andere oase van rust in Sint-Amandsberg, de Campo Santo begraafplaats.
Ook hierover kan het internet u meer vertellen, ik hou het bij het feit dat het Campo Santo voor Gent is wat het Père Lachaise is voor Parijs. Het is een mooie, sfeervolle begraafplaats op een heuvel, met veel oude graven.
Je vindt er onder andere het graf van Karel Lodewijk Ledeganck en Frans Masereel, van Jozef Guislain en Ferdinand Lousbergs (namen die op zijn minst in Gent toch wel een belletje moeten doen rinkelen), van Wilfried Martens en Marc Sleen, van Jan Hoet en van Luc De Vos. Ik heb deze graven tijdens mijn rondzwervingen niet actief gezocht. Ik kwam wel het graf van Walter Capiau tegen.
De begraafplaats is verrassend groot om in het centrum van zo’n dichtbebouwde en dichtbevolkte buurt te liggen. Oude en recente graven liggen er door elkaar, behalve bovenaan op de heuvel bij de kapel, daar vind je enkel oude graven. Sommige zijn aan restauratie toe, waarvoor fondsen verzameld moeten worden.
Op een kindergrafje…
Achteraan de begraafplaats stuit je zelfs op een oorlogsmonument. Ook daar is het ruim en rustig.
Deze begraafplaats zou gerust wat bankjes mogen huisvesten waar je je wat in het zonnetje zou kunnen koesteren en een boek lezen.
Na dit bezoek kan je nog een ommetje maken via het Rozebroekenpark (op ongeveer anderhalve kilometer, afhankelijk van waar in het park).
Via de Dendermondsesteenweg (ook hier geldt: dan heb je die ook eens gezien) stap je terug naar Dampoort station (1,7 km van de uitgang aan basisschool De Wijze Boom via de Dendermondsesteenweg).
Je kan er nog een heerlijke pita gaan eten bij Pitta Sari (of de 1 van de minstens 5 andere zaken op de Dendermonsesteenweg, maar wij vinden de pita van Pita Sari het lekkerst), een koffie drinken bij Clouds in my Coffee of brunchen bij Wald.
Ben je hiervoor al te moe: er stoppen aan Campo Santo (voor het oud gemeentehuis) bussen richting Dampoort.
Mooie, serene plekjes…
Lie(f)s.
Zo’n oude begraafplaats, het heeft iets hé. Ik loop er graag eens rond. Begijnhoven, idem.
Ik ben hetzelfde soort ‘avonturier’ als jij. Ons huis ligt 4 huizen verder dan mijn ouderlijk huis. Ik heb altijd geweten dat ik in de buurt zou blijven wonen, al hebben we na ons huwelijk wel 3 jaar aan de stadsrand gewoond omdat dat gemakkelijker was met werk.
Dus dit was de laatste? Het was in ieder geval een mooie en leerrijke reeks.
Zo’n plaatsen zijn rustgevend. En hebben inderdaad iets speciaals.
Niks om beschaamd over te zijn, dat ‘honkvast’ zijn.
Dit was de laatste. 2 hebben afgehaakt, eentje heb ik niks meer van gehoord, dus er waren 17 bijdragen plus de mijne. Niet mis hè 🙂
Dankjewel voor de mooie serie, ik vind het leuk dat ik mee mocht doen, het was een plezier om te lezen!
In de stad waar ik ben opgegroeid ligt wel een begijnenhofstraat, maar er is geen hofje te bekennen
Met plezier gedaan. Ik ben blij dat ook jij wilde meedoen!
Ook genoten van deze reeks. Je leert andere bloggers beter kennen aan de hand van hun plek. De blik daarop is ook heel anders dan gelijk welke gids kan vertellen. Topidee van jou!
Het begijnhof zag ik nog nooit, Campo Santo wel, maar te kort op een koude winterdag.
Ooit kom ik nog eens voor beide terug.
Dankjewel! Ik heb er ook van genoten.
Als je eens terugkomt, laat het weten. Dan ga ik mee, als je daar zin in hebt 🙂
Deal!
Zeker een idee die je volgend jaar bijvoorbeeld eens kunt hergebruiken! Was tof!
Wel, dat vind ik een goed idee. Ik zet het in mijn blogagenda. Ik ben al aan het denken over andere invalshoeken 🙂
Begijnhoven en begraafplaatsen hebben dat sacrale, dat ons inspireert of tot rust brengt. Daar is het waar de tijd voor iedereen is stilgevallen. Blij met het stappen door deze rustige hoek van Sint-Amandsberg, een oase in de smeltkroes van culturen. De hele reeks was verbluffend interessant en aangenaam om te lezen, een verademing in een periode dat het ons niet gegund was verder dan onze straat te kijken. Dank aan allen hiervoor!
Het zijn inderdaad oases van rust en stilte in een verder zeer levendige gemeente. We hebben dat nodig, die plaatsen.
Ik dank ook jou voor je mooie bijdrage, samen hebben we er iets moois van gemaakt!
Campo Santo ken ik redelijk. Heb er al menig uurtje gepasseerd en foto’s genomen. Elk seizoen heeft daar een ander licht en bespeelt de graven.
De Dampoort is mij ook niet onbekend. Zal nog eens een stapje in het Begijnhof moeten zetten.
Het was heerlijk om al die gastblogs te lezen, hoe mensen de dingen zien, bekijken en ieder op zijn/haar manier.
Helemaal met je eens wat betreft die seizoenen. En ook in het begijnhof heb je dat.
Blij dat je vol enthousiasme meegelezen hebt!
Ik moet toch die kant eens op. Echt oude graven hebben iets.
Doen, echt waar. Je kan er meteen een weekend Gent van maken 🙂
Dit zou ik nu echt eens willen doen. Het begijnhof is prachtig.
Een collega van mij overleed dit schooljaar op 55 jarige leeftijd en werd begraven op Campo Santo. Ik heb er al veel over gehoord maar wist niet dat het zo mooi was!
Je dochter woont dichtbij hè; voor haar is dit ook allemaal niet ver!
En anders wil ik ook wel eens mee 🙂
Ik ga dit zeker eens samen met haar doen!
Ik heb het begijnhof nog altijd niet gezien zeg… Campo Santo gelukkig wel, ooit eens een rondleiding gekregen daar. Interessant stukje!
Het begijnhof is echt niet ver van jullie, fijn voor een kort uitstapje 🙂
Moet ik echt es gaan verkennen dan!
Doen 😊
Alleen al die begraafplaats is een bezoek meer dan waard. Het begijnhof is eigenlijk wat te groot om de geborgenheid van een begijnhofje uit te stralen al vind ik de poorten dan weer erg mooi.
Goh, dat valt eigenlijk best wel mee qua gevoel van geborgenheid. Rond het grote ruime middenplein zijn kleine straatjes. En als er koeien of schapen zijn, is het al helemaal in orde 🙂 In ieder geval een prachtige plek.
Wij kennen in Nederland eigenlijk alleen kleine hofjes, zelfs de grootste heeft géén straatjes.
Hier in Vlaanderen heb je echt wel grote begijnhoven.
Misschien had men daar méér begijntjes;-)
Ja jong, de Vlamingen zijn toch altijd bekend geweest om hoe katholiek en vroom ze waren hè 😀
Dat heb ik niet meegekregen maar ik geloof je op je woord.
Ik heb het even opgezocht, want nu werd ik wel nieuwsgierig. 600 begijnen. Zeshonderd! Da’s toch wel veel 🙂
Dat is zeker veel voor nú! Denk dat die in heel Nederland niet meer te vinden zijn.
Nu niet meer hoor, vroeger. Nu zijn alle begijnen dood.
Nee er zijn geen begijnen meer.
Sint Amandsberg is nu net een stuk dat ik niet zo goed ken van Gent, al ben ik vroeger wel meerdere keren in het Groot Begijnhof geweest. Speciale plaats. Het is zo ruim en zo “recent” voor een begijnhof.
Campo Santo ken ik niet. Wel de Westerbegraafplaats. Die is enorm.
En toch is dat ruime begijnhof een oase van rust. Inderdaad een speciale plaats.
De Westerbegraafplaats, daar ben ik dan nog nooit geweest. Ik fiets er nochtans regelmatig langs. Moet ik ook eens bezoeken.
Ha, dit blogje was even tussen de mazen van het net geglipt in mijn feed. Blij het toch nog te ontdekken, want ik ken geen van beide plaatsen (Campo Santo wel van naam, maar daar houdt het ook mee op). Ik hou het alleszins in mijn achterhoofd als ik nog eens naar Gent ga, want in Diest (waar mijn grootouders in de buurt wonen) vind ik het altijd fijn even in de straatjes van het begijnhof te dwalen.
Ook van mijn kant bedankt voor deze reeks! Dat ik mee mocht doen en dat ik dankzij jou en je gastbloggers zoveel fijne plekjes kon (her)ontdekken!
Zeker eens doen als je in de buurt bent en de tijd hebt, altijd de moeite waard.
Jij ook bedankt voor je deelname, het is een mooie reeks geworden!