Het Corona-virus zorgt ervoor dat we wellicht nog wel wat tijd in ons kot zullen moeten doorbrengen. En daarna misschien nog behoorlijk wat tijd in eigen land. Geen reis en geen reisverslagen, dus dacht ik: ik vraag aan mijn lezers en medebloggers om een gastblog te schrijven over hun woonplaats, om zo virtueel te kunnen rondreizen in België en eventueel ook het buitenland. Een oproep die gretig aanvaard werd, ondertussen hebben zich al 19 gastbloggers aangemeld! Wie dit nu pas leest en ook nog wil aansluiten, laat maar weten hè. Iedereen is welkom.

Anna b. van een letterleven na burn-out bijt de spits af en zorgt voor een eerste bijdrage. Ik wens jullie veel plezier op deze blogreis!

**********

Gegroet, lieve lezers en lurkers van dit blog.

Gretig, in dank en met beide (gewassen en ontsmette) handen heb ik de uitnodiging om hier te komen gastschrijven aangenomen. Bloggen is sinds een jaar of vijf mijn lieve lust en als dat dan ook nog eens mag over een plek die me met de dag nauwer aan het hart ligt, is dat mooi meegenomen. Met wat geluk wordt dit zelfs een win-win in het kwadraat. Want, wie weet doen jullie wel inspiratie op voor onbetreden, coronale wandel- of fietspaden of voor een autorondrit of daguitstap in eigen land, van zodra dat weer mag.

Toen wij 33 jaar geleden in een wijde boog om de stad waar we verliefd werden op zoek gingen naar een betaalbaar huis met grote tuin kwamen we toevallig in Loonbeek terecht, een onooglijk dorpje tussen Leuven en Overijse in Zuid-Dijleland. Een buitenplek met een kapsalon, een minister in lopende zaken én geschiedenis. Want het witte, gotische kerkje en de watermolen op de Ijse dateren van de 15de eeuw, het kasteel aan de voet van het Margijsbos van de 17de. En middenin dat bos staat een bunker, een stille herinnering aan een verwoestende oorlog uit het voorbije centennium.

Tussen die beek en dat bos streken we neer. En met elke zoon die aan ons nest werd toevertrouwd, groeide ons huis en mijn liefde voor dit landelijke stukje Vlaams-Brabant.

Ondertussen wil ik hier niet meer weg. Zo verknocht raakte ik aan dit heuvelende land dat ik er bij momenten zelfs hopeloos lyrisch van word. 😉

dit lenige landschap

in dit land van
Laan en Voer,
Ijse en Dijle
plooien
heuvelkammen
als
krolse ruggen
~
tussen bossen
en een eeuwenoud Kolenwoud
~
glooiende velden die opbollen
en zich weer
intrekken,
een langzaam ademende
buik
~

heupwiegend
wriemelen waters
zich een weg
van bron(netjes) naar mond-ing
~
en over de ochtend
rekt het land zich uit
tot het weer liggen gaat,
geeuwend,
onder een lappendeken
vol kleur

 

Verwante Berichten:

Misschien lees je dit ook graag:

42 reacties

  1. Hier lezen doet verlangen naar de exit, naar de prachtige streek, vol kleur en romantiek,in een poëtische stemming bij dit mooie schrijven.
    Dank je Anna, dat witte kerkje tegen de blauwe lucht en je kleurrijke mozaïek, doen dromen…

  2. Wat mooi, in woord en beeld. Wij gaan als dat tegen dan al mogelijk is (ja toch hé?) in september een fietsvakantie doen in Vlaanderen. Misschien wel een streek waar we kunnen passeren.

  3. Dat heb je weer prachtig gedicht en in beeld gebracht. Een idyllische plek. Het lijkt me daar heerlijk wonen. Die beekjes en kronkeltjes spreken mij toch zo aan. Wat een schitterend plekje, ik droom er helemaal bij weg… Dank om ons mee te nemen naar jouw paradijsje.

  4. Een plekje waar je als Nederlandse randstedeling alleen maar van kunt dromen. Misschien ooit een week een vakantie oase maar nooit dagelijks binnen handbereik.Prachtig.

        1. Ik ben opgegroeid in een stad, een hele mooie dan nog, en dacht vroeger dat ik hier altijd ging blijven wonen. Ik ben daar nu niet meer zo zeker van. Ik heb het gehad met de stad, het is op. Ik zou wel eens zo’n mooi buitenplekje willen uitproberen 🙂

          1. Ik ben geboren en getogen Haagse en heb daar tot m’n 44ste gewoond en had het toen hélemaal gehad met Den Haag, althans met de betaalbare wijken. Nu woon ik al ruim 30 jaar in het oude centrum van de aangrenzende ( kleinere) stad Rijswijk, een heerlijk groene gemeente . Hadden we járen eerder moeten doen.

  5. Mooi plekje, dat nog mooier beschreven is! Ik ken het er maar een beetje, maar nu mijn broer aan die kanten woont, kunnen we Loonbeek misschien wel eens aandoen tijdens een fietstochtje.

  6. Dat is de streek die ik steeds doorkruis als ik naar mijn werk pendel en het is zalig om bossen, wouden en velden te doorkruisen. Effectief die krolse ruggen verbergen prachtige valleitjes!

    Maar hoe jij schrijft, da’s even schoon als de streek!

Zeg het eens?