Woensdag 31 juli
Rond 4u45 zijn we wakker, rond 5u45 vertrekken we op ons plekje. Nog lozen en water tanken, en dan zijn we echt weg. Zonder spectaculaire zonsopgang deze keer, het is licht bewolkt. En eigenlijk is het vandaag een weinig memorabele rit. Heel veel gele velden, met vierkante of ronde balen hooi, graanschuren, dorpjes allerhande, maar heel weinig dat er echt uitspringt.
Waar we gisteren vooral over brede en gemakkelijke wegen reden, gaat het vandaag via kleinere wegen. Het gaat trager vooruit, maar we hoeven geen boodschappen te doen, dus dat scheelt dan weer. Ergens onderweg staat er een rond cijfer op de kilometerteller. We hebben ondertussen een dikke 4500 kilometer gereden. En inderdaad, warm is anders.
Rond 13u zien we de kust, en arriveren we in Saint-Jouin-Bruneval. Er is een (gratis) camperplaats aan de kustlijn, op een niet erg voor de hand liggende plek, maar je hebt er zicht op het water en de kliffen en je kan er naar de kust. En daar is het zeker mooi. Het is er best wel leuk staan, en we zijn blij dat we de kust zien. Van de geur- of lawaaioverlast die in de recensies staan, merken we niet veel.
We maken een wandelingetje over het stenenstrand, en genieten van het water. Het is er best wel druk, en er zijn allerlei voorzieningen en een bewaakt stuk waar je mag zwemmen.
Er wordt ook gesurft.
Ik ben blij dat we er toch in slagen ook wat onbevolkte plaatjes te maken.
De krijtrotsen zijn ook indrukwekkend.
Soms staat er eens een bekende op de foto.
Ook gezien tijdens de wandeling: een bibliotheek op het strand. Gratis een boek kiezen, en in de stoeltjes lezen met zicht op zee. Zonder verplichting tot consumptie. Zalig idee.
Voor de rest nemen we vooral rust, we zijn allebei moe. We eten croque monsieurs, we sneukelen wat, we lezen en hangen rond. Er is een friterie en restaurant vlakbij, maar ’s avonds hebben we geen zin in de moeite en eten we gewoon boterhammetjes. Nog verslag schrijven, foto’s selecteren, beetje tv kijken en vroeg gaan slapen.
Donderdag 1 augustus
Meneertje Mertens maakt bij het eerste ochtendgloren wat foto’s.
Voor Leslie: daar branden allerlei lichten, maar er is geen vuurtoren. Foto hieronder toont wat er wel staat. (foto van de dag voordien)
Om 6u vertrekken we ongehinderd op de camperplaats. Meteen een flinke berg op, de paardjes moeten meteen hard trekken. Deze keer is er wel een mooie zonsopgang, en dan moeten we natuurlijk eens stoppen om die te vangen.
Een folietje van Google:
#nofilter maar met de Canon-camera.
Vandaag hebben we maar een korte afstand te rijden, een goede 160 kilometer, van Saint-Jouin-Bruneval naar Le Crotoy. Grotendeels over de D940, de mooie weg langs de westkust. Een beetje mijn N60 van Frankrijk, en weg waar ik graag langsrijd. Rond 10u arriveren we al in Le Crotoy. Daar hebben we een plekje gereserveerd op de camperplaats Le Tarteron, waar we vorig jaar ook waren (en de bareel bij ons vertrek losvezen).
Eigenlijk valt het ons hier wat tegen, er is heel veel lawaai van die D940, wat ik me maar vaag herinner van vorig jaar.
Tijdens het rijden hebben we besloten een fietstochtje te maken. Meneertje Mertens had een tocht van 54km samengesteld, maar dat zie ik niet zitten. Ik stippel zelf een rit uit van ongeveer dertig kilometer, gebruik makend van het fietspad dat we onderweg zagen, en hopelijk ook wat kleine wegen. En dat lukt, er zitten stukken afgescheiden fietspad langs grote wegen in, maar ook kleine, aangename wegen, waar weinig verkeer is. Het fietsen gaat vlot en we genieten van het tochtje. Veel foto’s maken we niet.
Onderweg rijden we door het dorpje Rue, waardoor we ineens snappen waarom de straat van onze camperplaats zo’n vreemde naam heeft: Route de Rue. Daar hadden we ons namelijk al een paar keer het hoofd over gebroken. Ook toen we onderweg in de camper het dorpje Mers-les-Bains tegenkwamen.
We maken iets te eten klaar, rusten wat, en gaan in de vooravond nog een wandelingetje maken in Le Crotoy. We moeten eerst 800 meter over de D940, zonder voetpad of fietspad, maar we bijten door. Erg jammer dat deze camperplaats (en camping) toch wel een eind overal vandaan ligt, en dat je er te voet niet goed wegraakt. En eigenlijk valt het stadje ons ook wat tegen. Maar zoals mijn ma achteraf terecht opmerkt: we hebben al zoveel moois gezien, dat Le Crotoy daarnaast een beetje in het niet valt. Hadden we gewoon van thuis naar Le Crotoy gereden, dan vonden we het wellicht wel mooi. Het is het stadje zelf dat ons wat tegenvalt, de natuur is wel mooi.
We keren terug naar de camper, ruimen onze boel op voor ons vertrek van morgen, en gaan slapen. Morgen wacht ons een rit van ongeveer 250 kilometer naar huis.
Vrijdag 2 augustus
We staan zoals altijd vroeg op, maken ons op het gemak klaar en vertrekken bij het ochtendgloren. De bareel gaat deze keer without further ado open. Het is nevelig en de zonsopgang is anders mooi dan anders. Ik kan het niet laten foto’s te maken al rijdend, maar het merendeel lijkt nergens naar. Zoals altijd.
We stoppen even net voorbij Boulogne-sur-Mer om te ontbijten en de beentjes te strekken.
Vanaf dan kunnen we spreken van “bekend terrein”, we waren hier al verschillende malen, de Opaalkust zit in ons hart. We stoppen nog eens in de buurt van Wissant, op exact hetzelfde plekje waar ik eerder al foto’s maakte. Het weer wringt wat tegen en mijn foto’s doen deze mooie plek geen eer aan.
Het gaat vlot vooruit, en eigenlijk is het nog erg vroeg. Vanaf Sangatte nemen we autostrade, en omdat we tijd genoeg hebben, maken we nog een ommetje via de Kemmelberg. Wat is het daar ook mooi, ik wil er wel eens gaan wandelen in de winter.
Op de autosnelweg hebben we 2 keer file, een fenomeen dat we nauwelijks kennen op de departementale wegen. Maar dan nog, het gaat flink vooruit, en rond de middag staan we bij mijn ouders in Wondelgem om hun spullen uit te laden en onze bakken en koffer mee te nemen. We rijden eerst eens naar Lili, die vanmorgen vroeg al zat te popelen dat oma en opa naar huis zouden komen, we kunnen dat klein meiske toch niet te lang laten wachten hè.
Dit klein popke was ook blij ons terug te zien, en ik denk dat wij nog blijer waren haar terug te zien!
We rijden naar huis om de camper leeg te maken en de binnenkant te kuisen. We gaan ons huisje op wielen missen!
‘s Avonds rijden we naar een camperplaats in Sint-Eloois-Vijve, vaste stek voor onze laatste nacht in de mobilhome. Maar dat valt vies tegen, er is een popup zomerbar, en veel lawaai en ook etensgeur. Na een uur of twee geven we het op (jammer van de 5 euro), en rijden we naar een andere camperplaats. Eerst rijden we naar Gavere, maar daar staat het vol, en dan rijden we naar nog een bekend plekje in Sint-Maria-Aalter op de parking aan de kerk. Ook daar zijn de beschikbare plaatsen bezet, maar ik weet dat we daar ook gewoon op de parking kunnen staan, en dat doen we dan ook. Het is er heerlijk rustig en we slapen zalig.
En dan de dag nadien: naar de truckwash, die onderbemand is en waar we niet terecht kunnen. Duh. Nog gaan lozen bij Vanomobil in Deerlijk. Waarna we de camper gaan afgeven in Heestert. Snif. Moet dat echt?
THE END!
een bibliotheek op het strand. Geweldig idee
Le Crotoy zegt me iets maar ‘k weet niet van wat. Ik dacht dat VDB daar zat tijdens zijn ontvoering, maar da’s dus niet waar.
Is zo’n “rijdend huisje” nooit claustrofobisch op den duur? Enerzijds lijkt het me zalig maar anderzijd sheb ik schrik (zeker met de kinderen) dat we teveel op elkaars vel gaan zitten.
Ha ja, VDB, dat was daar niet ver van. Baai van de Somme? Kasteel?
Ik vind het eigenlijk best wel een prestatie dat we op zo’n kleine oppervlakte 4 weken constant samenleven. En dat we elkaar de kop niet ingeklopt hebben. Ondanks het feit dat ik snel last heb van claustrofobische toestanden, heb ik dat in de mobilhome niet. Het is wel een ruime, en dit jaar hadden we ook geen extra hefbed, wat meer ruimte en licht geeft. Ik slaap zelfs beter op reis dan in thuis! Maar je zou me met geen stokken in zo’n alkoof krijgen, veel te benauwd en onuitstaanbaar als het warm is, lijkt me. Ik weet niet of het aan mij besteed zou zijn met (kleine) kinderen, je zit wel erg op elkaars lip. Alhoewel je normaal wel na een paar dagen je draai vindt en een manier vindt om het te doen werken. Denk ik.