Lili gaat naar school. Af en toe probeer ik er eens uit te peuteren hoe het daar gaat, maar zoals wel vaker is een 2,5-jarige niet de grootste bron van informatie als het over de invulling van de schooldagen gaat. Hoe is het op school? Sjoet. (dat wil iets zeggen als “is goed”). Tekenen doet ze niet, zegt ze. Schilderen ook niet. Spelen wel. En op het bankje zitten met een vriendinnetje. En haar boterhammetjes opeten. Toen dacht ik, ik vraag eens hoe haar juf heet. We zitten in de auto, opa rijdt, ik zit achteraan bij het mopje.
Oma: Lili, hoe heet jouw juf?
Lili: Luffelien.
Oma: juf Eline?
Lili: Luffelien.
Oma: Juf Lien?
Lili: Luffelien!!
(ondertussen zit opa vooraan al te grinniken)
Oma: Juf Evelien?
Lili, duidelijk gefrustreerd: LuffeLIEN!!
Oma: We zullen het eens aan mama vragen…
Het is juf Jolien dus. Ahum 🙂