Woensdag 18 juli
We staan vroeg op want vandaag willen we onze geplande fietsrit rond het meer doen. Goed te doen qua afstand: 37km. We vertrekken al om 6u om de hitte voor te zijn: het is niks voor ons om in de blakende middagzon te fietsen. Het is nog heel stil op de Voie Verte, maar alleen zijn we zeker niet.
Het eerste deel vinden we lastig met veel vals plat, maar mooi is het zeker. Mooi ook hoe de opkomende zon de toppen van de bergen verlicht.
We kennen de route tot in Brédannaz van de Tour van gisteren. Dan gaat het via le Bout du lac verder naar het uiterste punt van het meer. We blijven de sprookjesachtige landschappen fotograferen.
Daar gaan we de grote baan onder, en rijden we via het fietspad naar de andere kant van het meer. Ik had gelezen dat daar geen fietspad is en dat je via de grote weg terug naar Annecy moet. En echt leuk is dat niet, de auto’s en vrachtwagens razen je voorbij. Maar, de info was al wat verouderd blijkbaar, want na een kilometer of 3 of 4 (ik heb niet opgelet hoe lang het was), is er opeens weer een dubbel, gescheiden fietspad en kan je weer veilig verder. Wat een opluchting. Ook hier is het mooi fietsen, soms echt vlak naast het meer. Er is ook een lang stuk op een parallelweggetje naast de grote weg.
Je ziet de schaduw van de bergen aan de kant waar we nu staan, vallen op de oevers aan de overkant.
Ik wist ook dat het in een dorp klimmen zou zijn, en die klimmetjes doe ik grotendeels te voet. Ik heb er de fiets niet naar om die al fietsend een berg over te sleuren. En het is bij momenten behoorlijk pittig, in een haarspeldbocht die ik de koersfietsers ook aan 9km/u vooruit sukkelen. Het is trouwens de berg waarop de eerste bergrit van de Tour startte. Alleen gingen zij verder op de Col de Bluffy en hoeven wij dat gelukkig niet te doen.
We zijn er bijna als de bergen voorbij zijn, gaan nog en passant naar een bakker om brood en koeken, peddelen langs het stadse deel van het meer, en rijden dan via bekend terrein terug naar de camping. Waar we toch wel even moeten bekomen. Om 10u zijn we al terug, en we brengen de rest van de dag aan de camper door. Verslagjes maken, foto’s in orde zetten, wat opruimen en opkuisen, eten maken en opeten.
De brutale mussen zorgen ook voor de nodige afleiding.
We gaan ook eens zwemmen in het meer (Meneertje Mertens zwemt meer dan ik), het is zalig. Wat is dit toch een paradijs, verzucht Meneertje Mertens meerdere malen vandaag.
’s Avonds videochatten we ook nog eens met Janna en het kleine mopje, dat haar joie de vivre weer tentoonspreidt.
Donderdag 19 juli
De nacht was iets minder paradijselijk. In tegenstelling tot de vorige keer waren we wat minder tevreden over deze camping: vooral veel te veel lawaai. Onze buren aan de achterkant van de camper vertrekken morgen ook, en brengen uren door met opruimen. Om 23u zijn ze nog steeds bezig, met veel lawaai. Onze buren aan de voorkant van de camper werken al langer op onze zenuwen. Vanavond opnieuw: ze blijven maar kletsen. Rond 23u begint het ook te onweren en krijgen we een stortbui over onze kop. De ene kant buren blijft kweppen, de andere kant blijft lawaaierig opruimen met veel gedoe met de deuren van hun campervan, de regen klettert en het dondert… een goede nachtrust is ons niet echt gegund. Maar goed. Straks zijn we hier weg. Om 5u beginnen we dan maar zelf lawaai te maken, om de onnozelaars die nu slapen wat te ambeteren. Niet echt, we zijn daar niet goed in, en proberen alles toch zo stilletjes mogelijk te doen. We gaan koeken en brood halen in het winkeltje op de camping, we gaan lozen bij het vertrekken, en na nog 2 afscheidsfoto’s van de Voie Verte zijn we echt weg.
We rijden langs de grote weg naar Sévrier en ik denk dat we nog een tijdje op de D1508 (een heel drukke weg) zullen blijven, maar mis poes, in Sévrier gaat het meteen de berg op via een kleinere weg. 13% stijgingsgraad. Oeps. Het is even slikken en even wennen, maar dan zijn we vertrokken en vinden we het fantastisch: wat zien we weer godsonmogelijk mooie landschappen. We genieten van de col, van de weidse uitzichten boven, van de dorpjes en de rust. Dé verzuchting van onze reis is: woont hier zeg! We komen veel plaatsen tegen waar we ons wel zien te wonen! Ik kan het weer niet laten tienduust foto’s te maken, waarvan de meesten op niets trekken.
Geef mij een dorp met een wolk, en ik maak de ene foto na de andere.
We stoppen in Le Noyer, een onooglijk dorpje met een kerk die ligt te blinken in de zon. We eten een couque au raisins, drinken koffie, genieten van het landschap en de staalblauwe lucht, zien de echte alpen in de verte, en rijden weer verder.
We rijden door Chambéry (mooie stad) en dan gaat het via grotere wegen naar Grenoble. Daarna zoeken we de Isère op, en gaat het kilometerslang via het parcours van de rit van morgen via de rivier. Ik vind het landschap toch minder mooi dan in de bergen. Na het graan en de wijn, zijn het nu de noten. Kilometerslang: notelaarboomgaarden.
We rijden op het gemak naar Saint-Nazaire-en-Royans, zoeken daar een parking en gaan het stadje verkennen. We vergapen ons aan de brug, lopen wat rond, lunchen met een tartine chaude van een vreemde en norse ober, en trekken dan verder. We maakten foto’s, veel foto’s.
We hebben besloten dat we de geplande camperplaats links laten liggen, en dat we 40 km verder gaan rijden naar een camperplaats van Camping Car pak in La Roche de Glun. De rit voert ons via de Isère naar de Rhone, het laatste stuk zitten we tussen de 2 rivieren in.
De camperplaats is weer heel rustig, er staan campers maar er is nog behoorlijk veel plaats. We twijfelen over het plaatsje dat we zullen bezetten. Uiteindelijk gaan we in de zon staan met de snuit van de camper in de schaduw, we willen namelijk naar de koers kijken (Alpe d’Huez!). Het is goed te doen binnen doordat de camper met de cabine in de schaduw staat. Na de koers verzetten we de camper naar een meer schaduwrijke plaats en zitten we op ons gemak wat buiten. We verkennen de camperplaats eens, opnieuw is het een gesloten camping waar het sanitair afgesloten is, en voorzieningen geplaatst zijn voor campers. Sommige mensen vinden dit maar niks (versleten, weinig voorzieningen), wij hebben het wel voor deze vergane glorie. En ondertussen worden deze leegstaande plekken toch maar weer gebruikt.
We besluiten naar het water te trekken en in het terugkeren pizza te halen. Wat het weer betreft doen we dat te vroeg, we hadden beter rond 20u op stap geweest. Het is heet in de zon. Eerst denken we nog even dat we niet aan het water gaan raken, maar het lukt toch. De Rhône is breed en imposant. We staan alweer onder een brug. Dit is de reis der bruggen!
We keren terug langs Pizza Lulu, op zich een kletswijf dat pizza’s vanuit zijn living verkoopt. We vinden de pizza’s niet echt geslaagd, eigenlijk. We zitten nog wat voor de camper, ik zet binnen nog wat foto’s over op de laptop, en gaan slapen onder het langzaam uitdovende concert van de cicades.