Zondag 8 juli
’s Nachts worden we wakker van vuurwerk en muziek. We slapen wat langer en kunnen alles op het gemakje doen, we blijven hier tot in de late namiddag.
We hebben een mooi plekje en kunnen rustig voor de mobilhome zitten en kijken wat er gebeurt.
De buurt vult zich langzaam, dan komt er een mobilhome bij, dan komen er auto’s bij. ’s Middags wordt de weg afgesloten en wordt een agent gedropt. Uit alle hoeken en gaten komen mensen gekropen.
We laten de publiciteitskaravaan aan ons voorbijgaan, we blijven op onze stoeltjes zitten een eind van de weg af. Als de Vittel-wagens passeren, worden er T-shirts uitgedeeld, en er wordt bijna om gevochten. We bekijken het vanop ons afstandje. De karavaan is later dan het schema voorziet, is verbrokkeld en rijdt vrij snel voorbij. Er valt niet veel te rapen voor de mensen die wel aan de kant van de weg staan. Het laatste stuk raast voorbij met de mededeling dat er niks meer gegooid wordt. Voor de renners gaan we wel aan de kant van de weg supporteren, Chavanel (local hero) rijdt voorop en het peloton volgt in gesloten groep. We hebben nog maar weinig foto’s gemaakt van de koers zelf, we kijken en supporteren liever. En we maken perifere beeldjes, zoals Meneertje Mertens dit “liefde is… samen naar de koers gaan kijken” koppeltje.
We ruimen ons boeltje op (we beginnen daar steeds beter in te worden en het gaat steeds sneller), en we vertrekken langs golvende wegen richting Cholet voor de tijdrit van morgen.
Plan is om meteen op het parcours te gaan staan. Wim en Riet, een Nederlands koppel dat we vorig jaar ontmoetten en waar we nu weer mee afgesproken hebben, zijn al ter plaatse. Op de parking van de MacDonalds richting Cholet, dus rijden we daarheen. Onderweg stoppen we nog om te lozen in Vieillevigne. Dat van die parking van de MacDonalds had ik niet goed begrepen, we staan aan de MacDonalds in Cholet (op het parcours) en zien daar niemand die we kennen. Blijkt dat er in Saint-André-de-la-Marche ook een MacDonalds is, en staan ze daar. Ah ja. Wij daarheen. We vinden hen nu wel vlot, en gaan tussen hen en een food truck staan. De man van de food truck verwittigt ons dat de generator de hele nacht gaat draaien, maar dat moet dan maar. We halen iets te eten in de MacDonalds (over het aanbod van de food truck moeten we nog een nadenken), maken nog een wandeling in camperland (lichtjes hallucinant) en kruipen in ons bed.
Maandag 9 juli
De generator van de food truck heeft toch niet de ganse nacht gedraaid. Vreemd. We hoeven al helemaal niks meer van de food truck. Het is hier druk, heel druk. Beetje lezen, beetje in de zon zitten, beetje niks doen.
Pizza halen bij een kraampje. Wachten. Er zit al snel veel volk aan de kant van de weg, met stoeltjes en frigoboxen en parasollen. Mensen zijn soms behoorlijk onbeschoft, en het is toch wel constant alles in de gaten houden. Aan onze mobilhome komen mensen met een baby zitten, Uiteindelijk laten we hen in de schaduw van de luifel zitten, ze hebben niet veel mee om het kind tegen de brandende zon te beschermen. We gaan langs de kant van de weg zitten voor de publiciteitskaravaan, maar laten die ook nu aan ons passeren. We hoeven geen “cadeau’s”. Het is druk, het is hectisch. En het zotte is dat er enorm veel mensen verdwijnen als de koers passeert, en het dan veel rustiger en aangenamer is. Een tijdrit langs de kant van de weg volgen is leuk, je ziet uren aan een stuk met regelmaat een stelletje renners passeren. Een ploegentijdrit is korter, maar toch behoorlijk spectaculair. We nemen nu wel stapels foto’s, maar er nu door waden om er goeie uit te halen is een te langdurige klus. Ik zocht er een paar uit.
Ik pendel tussen de kant van de weg en de mobilhome (TV) en het fototoestel. Het is heet, de zon brandt. Ik ben blij dat we factor 50 zonnemelk gekocht hebben. Na de koers ruimen we ons boeltje op en vertrekken we naar de voorziene camperplaats in Nozay. Daar aangekomen blijken alle plaatsen met elektra volzet, keren we onze kar en rijden naar Champtoceaux. 35 kilometer rijden, om toch weer een camperplaats te hebben zonder elektriciteit (de gegevens van de Campercontact app in deze omgeving blijken toch niet al te hard te kloppen). Maar: wat is het hier mooi! De berg op, aan een grote plas. Ik vind het fantastisch.
We rijden weer naar beneden, in het stadje ervoor (Oudon, met een prachtige toren van een middeleeuws kasteel, en een kerk) hebben we een paar mogelijkheden gezien. We rijden er naar een camping, maar daar kunnen we niet meer binnen, we zijn een half uur te laat. Dan rijden we maar naar de plaats waar we mobilhomes hebben zien staan, op een goeie kilometer van de camping. Dat blijkt een parking te zijn die meer op een park lijkt, campers mogen er eigenlijk niet staan, maar er staan er zeker al 5, dus we stellen er ons maar bij. We eten iets en maken nog een korte wandeling in het idyllische stadje, bij zonsondergang nog mooier met de zachte kleuren.
(foto’s helemaal niet bewerkt, het ontbreekt ons een beetje aan de tijd om hiermee bezig te zijn)
We keren terug naar de mobilhome die mooi in het groen staat, en gaan slapen. Morgen willen we vroeg vertrekken, weetjewel!