Misschien is het geen slecht idee om hier wat verhaaltjes te vertellen over ziek zijn en zo. Nu ik me nog niet echt ziek voel, lijkt het me wel een goed idee. Misschien denk ik daar over een maand gans anders over. Maar dan laat ik het idee gewoon vallen, het is mijn eigen koninkrijk hier dus ik doe wat ik wil. Queen Anne aan het woord!
Gisteren stond een hele batterij onderzoeken op het programma. Het ene al spannender dan het andere.
Bij de bloedafname spande vooral de band rond mijn arm.
De longfoto was niet echt het vermelden waard. Vlot en snel binnen en weer buiten.
De echo van mijn buik (vooral de lever en wat andere organen, denk ik) was wel grappig eigenlijk. “Koude gel”, verwittigde de dokter, maar die gel was warm. Ik ging er niets van voelen, zei de dokter, maar euh, die duwde wel erg hard met dat echo-ding en het deed best wel pijn. Na de echo zei de dokter dat alles er normaal uitzag, en ik ga ervan uit dat de tegenstrijdigheden ondertussen allemaal uitgedeeld waren, en ik hem met gerust hart mag geloven.
Daarna een spuit in mijn arm om radioactief te gaan gloeien in het donker. Waarna een paar uur wachttijd. Doorgebracht in de bistro van het ziekenhuis met ontbijtkoeken, veel koffie en nog meer water. En Meneertje Mertens, die me overal vergezelde. En met Janna, die ons voor de gezelligheid kwam vervoegen. En Lies, die tijdens haar middagpauze de gezelligheid compleet maakte. En het was gezellig, echt wel.
Waarna ik terugkeerde naar de nucleaire dienst, om gescand te worden. Er zouden zelfs 3D beeldjes van mij gemaakt worden! De eerste scan duurde 15 minuten, de tweede 20 minuten. Wat best wel lang is. En ik ben een beetje claustrofobisch, dus dat werd wel spannend. Maar of dat goed gelukt is.
Voor de eerste scan ben ik erin geslaagd mijn ogen de hele tijd dicht te houden. Er was allerlei gewiebel en vooruit- en achteruitgerij naar mijn gevoel, en soms had ik echt het gevoel onderweg te zijn. Gevoel waaraan ik me met graagte overgaf: ik heb door allerlei lange, gekleurde buizen (zoals in het tropisch zwembad) over, rond, door en onder het ziekenhuis gevlogen. Onder zo’n beetje zoals door de ondergrondse gangen in het UZ, ook al is het niet dat ziekenhuis waar ik was. Ik zat ook in de mobilhome en reed op Franse wegen door mooie Franse bergen.
Bij de tweede (20 minuten) scan had ik het moeilijker om mijn ogen dicht te houden, en zag ik de dingen soms wel heel dicht op me afkomen. Maar als het lukte, gingen mijn ogen dicht en voelde ik me in een vliegtuig, met de gordel aan en opstijgen maar. Waar wilde ik graag naartoe? Naar Kopenhagen? Mhhh. Naar Amerika? Hrmph. (Trmp). Oh ja. Ik wil naar Australië. Ik wil naar Sydney. En onderweg waren we, naar Sydney. En toen was het weer allemaal goed.
Grappig wel, dat ik daarna van een collega las dat de H (op het prentje van Foursquare op een bericht van me op Facebook), dus dat de H stond voor Helikopter waarmee ik achteraf nog een vluchtje kon maken boven Gent. Het was er inderdaad het weer voor, een prachtig ijsblauwe lucht.
En toen mochten we naar huis, na een toch wel vermoeiende en lange voormiddag.