Ja, hoe gaat dat, zo’n slechte nacht.
Ge wordt wakker om 2u. Ge ligt een beetje verloren te luisteren naar de slaper naast u. Ge kijkt eens hoe laat het is. Ge draait eens. Ge keert eens. Ge voelt uw hoofd kloppen. Na een kwartier beseft ge dat het geen zin heeft om te blijven liggen, en ook niet om de slaper naar beneden te sturen. Want ge hebt hoofdpijn, en die gaat niet weg. Die blijft zolang ge in bed blijft liggen.
Ge doet dus uw sokken aan, grabbelt uw gerief tesamen en gaat naar beneden, bijgelicht door de zaklamp van de telefoon. Naar het toilet. Uw maag protesteert, honger. Een vreselijk hol gevoel. In plaats van lenzen in te doen, eerst koffie maken, om toch maar iets in die maag te kunnen gieten zonder al te veel vertraging. Daarna ondergoed en pyjama aantrekken, handen wassen en lenzen insteken.
Terug naar de keuken. Koffiekoppen klaarzetten, suiker, lepels. Een kom, havermout, muesli, melk. Ondertussen is de koffie klaar, ge neemt een tas en gaat in de zetel zitten. Met de kop koffie en de telefoon. Beetje Facebook kijken. Koffie opdrinken. Beseffen dat het echt wel niet goed gaat met het hoofd. Nog wat afwachten. Neen, dat is echt niet goed.
De sumatriptan is op, het is behelpen met ibuprofen. Verdorie, vergeten een pil te nemen om de maag te beschermen. Hm, dat dan eerst maar doen. Glas water, pil. Een half uur wachten voor ge dat ontbijt met die ibuprofen kunt eten, anders gaat uw maag te hard protesteren. Bedenken dat het echt niet meer gaat om in de zetel te zitten. Ge voelt u misselijk. Liggen in de grote zetel, dat moet. Gaan liggen. Kussens verleggen. Pffff, dat ligt niet lekker. Misselijk gevoel is echt mottig. Kussens aan de andere kant van de zetel. Ah, dat is beter. Wel koud. Uw eigen dekentje uit uw zetel gaan halen, en onder het dekentje kruipen. Fak, dat is toch wel warm. Voeten vanonder het dekentje. Zoudt ge uw sokken uitdoen? Geen goesting, geen puf. Handen vanonder het dekentje. Het is echt warm. Een beetje dommelen lukt toch. Tiens, ge hebt het ineens fris. Voeten onder het dekentje. Handen onder het dekentje. Bibber. Ge rolt u in een bolleke in elkaar. Koud. Maar te koud is beter dan te warm, dan blijft de misselijkheid wat meer op afstand. Ge valt toch in slaap. Ge droomt. Rare dingen. Ge wordt wakker. Ge slaapt weer voort.
Ge wordt wakker van de slaper die wakker is en boven rondloopt. Tiens, toch nog een goed uur geslapen. Ontbijt nog niet gehad. Pijnstiller nog niet gehad! En dus werkt ge uw ontbijt en pijnstiller naar binnen. En hoopt op beterschap. En op een goede dag. En daarna op een betere nacht, want het is niet de eerste, dit rotding van een nacht. Variaties zijn er genoeg.
Bweikes 🙁