Schrijf een tutorial (pagina 166, opdracht 5)
Een hele taaie opdracht van het #projectblogboek was: schrijf een tutorial. Het leek me eerst een leuke opdracht. Tot ik begon te denken waarover ik een tutorial kon schrijven. En het komt gewoon neer op dit: alles is al gedaan. Toch alles waar ik iets van ken. Suggestie was dan: schrijf een blogpost over hoe je een blogpost schrijft. Niet slecht. Het is natuurlijk ook al tig keer gedaan, maar nog niet vanuit mijn standpunt.
Maar toen begon ik aan een kleedje voor het meisje van het idee van de blogpost over de blogpost, en dat was weer een kleedje waarvoor een gerimpelde rok aan een lijfje gezet moet worden. Iets waar ik een beetje de pest aan heb, omdat ik het niet goed kan. (“de pest hebben aan” en “niet goed kunnen” gaan meestal hand in hand, heb je dat al opgemerkt?)
Ik ben toen een beetje gaan opzoeken, en vond een methode om te rimpelen die ik veel beter vond dan de andere. Een dag later ging ik ook zoeken naar de manier om die gerimpelde rok aan dat lijfje te zetten. Want, informatie genoeg over rimpelen, maar daar zit mijn probleem niet. Mijn probleem zit in het aan elkaar zetten van de stukken. Dat loopt vaak mis. Stukken die ik niet mee naai, stof die scheef loopt waardoor ik stukken niet mee naai, een stuk stof dat dubbel onder de naald belandt, enzovoort.
En toen vielen alle stukjes in elkaar: ik maak mijn eigen tutorial over rimpelen gecombineerd met het aan elkaar naaien van gerimpelde stukken. Halleluja!
De mosterd voor het rimpelen haalde ik uit deze blogpost. Ik voegde er wat eigen tips en tricks aan toe, en leg ook uit hoe je het gerimpelde stuk aan je naaiwerk moet zetten. Dus, bij deze, mijn tutorial. Hopelijk heeft iemand er iets aan.
Je begint met het afboorden van je stof. Dat doe je met de overlock:
Als je geen overlock hebt, zigzag je de stof:
(om te zigzaggen zet je je machine op de zigzagsteek op normale breedte en lengte. Je legt de stof zo dat de naald steeds een steek in de stof doet, en een steek ernaast. Zo boord je de stof mooi af).
De klassieke methode voor rimpelen is twee aparte lijnen naaien met een lange, rechte steek. Dan trek je aan de draden en rimpel je de stof. Dat trekken aan de draden resulteert soms in blokkades, gebroken draad en opnieuw beginnen. En dus, frustratie.
De methode van bovenstaande link is in die zin anders, dat je niet twee aparte lijnen naait, maar aan het eind van je stof omkeert en teruggaat. Ik leg uit hoe je dat doet.
Zet je machine naar de langste rechte steek die je hebt. Normaal is dat 5 mm. Je kan de spanning ook iets losser zetten zodat de steek niet te vast zit.
Neem voor het spoeltje een andere, opvallende kleur.
Naai een rechte steek op een halve centimeter van de rand van de stof. Als je de rand gelockt hebt, naai je net naast de locksteek.
Naai tot aan het andere eind van je stof.
Keer op het eind met 1 steek. Dus: net voor het einde van de stof laat je je naald in de stof zakken. Doe je persvoet naar omhoog, keer de stof een halve slag. Persvoet naar beneden, naai 1 steek.
Zorg dat je naald opnieuw in de stof zit, persvoet naar omhoog, een halve slag draaien, persvoet naar beneden. Zo naai je de volgende lijn parallel aan de eerste, op een halve centimeter.
Als je aan het einde komt, knip je de draad niet kort af, maar hou je een eindje van een centimeter of 10 over.
Nu ben je klaar om de stof te rimpelen.
Trek aan de onderdraad van je naaisel. Dat is de draad uit je spoeltje, die we hiervoor speciaal in een andere, opvallende kleur hebben genomen.
Mijn goede raad: doe dit rustig en op het gemak. Ga rustig in je zetel zitten. Neem er een kop koffie of thee bij. Jaag je niet op.
Rimpel je stof beetje bij beetje, door voorzichtig te schuiven. Hard trekken is niet nodig. Vergelijk je gerimpelde stof regelmatig met de stof waaraan het gerimpelde stuk genaaid moet worden, en rimpel zoveel als nodig. Als de gewenste lengte bereikt is, leg je een knoop in de twee onderdraden.
Verdeel de rimpels gelijkmatig over je stuk stof.
Pers nu je rimpels mooi plat met je strijkijzer. Hierdoor verloopt het naaien straks veel vlotter, en de rimpels zien er toch mooi uit.
Leg de stukken met de goede kanten op elkaar.
Speld de uiteinden aan elkaar, en speld de stof in het midden ook aan elkaar.
Er zijn mensen die zweren bij weinig speldjes en zo de stukken aan elkaar naaien, ikzelf gebruik liever veel speldjes. Véél speldjes.
De speldjes zitten verticaal, zodat je er eventueel over kan naaien, zonder je naald te breken. Je kan ze er al naaiend ook 1 per 1 uithalen voor je er met de naald over gaat. Ikzelf laat ze vaak zitten.
Nu kan je kiezen: als je naadwaarde 1,5cm of meer is, naai je naast de dubbele rij steken van de hulpdraad. Is je naadwaarde 1cm, dan kan je tussen de 2 hulpdraden naaien.
Hier naai ik naast de hulpdraden met een naadwaarde van 2cm.
Naai traag, en begeleid de stof en de rimpels met je vingers. Wijsvinger bovenaan de stof, duim eventueel onderaan de stof.
Kijk steeds goed of beide lagen stof meegenomen worden, en of er geen verkeerd geplooide stof tussen komt.
Afhechten op het einde, et voila!
Speldjes nog verwijderen, en als je naast de hulpdraden genaaid hebt, kan je die eventueel laten zitten, niemand die ze ziet. Zelf haal ik ze wel weg. Ik vind het properder afgewerkt.
Nog even strijken, en je bent klaar!