Maak een lijstje met blogideetjes voor je lezers, en vraag hen wat ze graag op je blog willen lezen (pagina 63, opdracht 6)
Het vervolg op een eerdere #projectblogboek post, waarin ik vroeg om 1 woord te kiezen uit een lijst van 5 woorden. Er werd nogal creatief met ideeën gegoocheld, maar ik ga me houden bij het conservatieve “verhaaltje rond 1 gekozen woord”. Ik heb even getwijfeld, toen ik het bericht postte, om jullie een duwtje te geven richting mijn favoriete woord. Maar ik vond dat niet echt eerlijk, en heb het niet gedaan. Maar kijk, welk woord werd het vaakst gesuggereerd? Mijn favoriete woord. Ik heb toch heerlijke lezers!
Dus, mijn verhaaltje van vandaag gaat over: stilte.
Stilte. Bij stilte denk ik aan lawaai. Verkeer, vooral. Ik mag het niet gedroomd hebben, aan een drukke weg of autosnelweg te wonen. Die constante drone van passerende auto’s. Lawaai, aan één stuk door. Dag, nacht. Mensen, veel mensen. Geroezemoes, dat steeds luider wordt. Muziek, die te hard staat. Waardoor ik mezelf niet meer kan horen denken. PC’s, die staan te blazen. Aan één stuk door. Een constante ruis.
Die piep in mijn oor. Een ruis, dan een piep, dan een fluittoon, dan ruis.
Echt stil is het nooit meer, want die ruis en die piep en die fluit zitten in mijn hoofd. En die versterken het geluid van buitenuit nog.
Maar toch. Stilte kan zo heerlijk zijn. Dan zeg ik het soms, tegen Meneertje Mertens. “Hoort!” Hij kijkt me niet begrijpend aan. “Zo stil!” Ondertussen weet hij het wel, dat ik dat doe. Luisteren naar de stilte.
En zagen over lawaai. “Uw PC staat op. Mag die niet uit?”. Weer een constante stroom ruis minder. “Mag de muziek wat stiller?” Dat wordt niet altijd even goed begrepen. Maar ik hou daar wel van, van muziek die stil staat zodat je nog kan denken, en praten.
Ik ben echt een heel, héél moeilijk mens als het over lawaai gaat. Ik kan zagen, en zagen. Ik zie soms het onbegrip in de ogen. Maar alleen ik weet wat ik hoor in mijn hoofd. En hoe het soms galmt en weerkaatst, tussen het geruis en gepiep en gefluit door. Hoe ik er moe van word.
En hoe heerlijk dat gevoel is, als het opeens stil is. “Hoort! Zo stil…”