De laatste jaren gaan wij niet op reis. De centen zijn er niet, om dat te doen. Al zeker niet met een groot gezin. De goesting is er ook niet echt, ik word al moe bij het gedacht alleen te moeten in- en uitpakken.
Maar het is niet omdat we niet reizen, dat we niet dromen. Of dat ik niet droom. Een lijstje.
Zo dromen we er al een tijdje van de Tour de France eens achterna te reizen. Niet de race om elke rit mee te maken, of het vertrek of de aankomst. Maar wel: een aantal mooie ritten uit te kiezen, en zo Frankrijk rond te reizen. Een berg in de Alpen, een Bretoense of Normandische kustlijn, de Jura, een tijdrit aan het meer van Annecy, zo’n dingen.
Een mobilhome huren, drie weken Frankrijk rondrijden en ondertussen een vijftal ritten meemaken. Da’s iets waar we echt zin in hebben. Maar voorlopig houden we het bij volgend jaar een dagje in de Westhoek of het noorden van Frankrijk gaan staan.
Al sinds mijn tienerjaren droom ik van Australië. Ik vind het een prachtig land: groot, met ongerepte natuur, mooie steden, mooie gebouwen, zalig weer… ik zou er heel graag eens heengaan. Niet voor 2 weken, maar voor langer: 6 weken tot 2 maanden, en van de ene kant van het land naar de andere reizen.
Sydney zien, Melbourne zien, Perth zien, de touristische trekpleisters, en ondertussen ook wat muziektoerisme doen, want voor de Australische muziek ben ik ook al lang en breed gevallen.
Bij Australië kwam automatisch Nieuw-Zeeland, al lang vóór Lord of the Rings. Al evenzeer een prachtig land maar anders dan Australië, minder weids en uitgestrekt, minder rood meer groen, paradijselijke baaien, fabelachtige natuur… en ondertussen ga ik natuurlijk ook eens langs bij Neil Finn.