I. maakte kennis met een rat op haar terras. Deed me denken aan die keer dat we een ratachtige in huis hadden, vorige zomer. Een ratachtige ja, want we zijn er nog niet helemaal uit wat het precies was. Wellicht een rat. Wellicht. Ik blogde toen niet, maar ik voel me ineens geroepen om het verhaal te doen van dat beest in ons huis.
Het begon vorige zomer met gescharrel in de kast onder de pompsteen in ons waskot. (wij noemen dat een waskot ja, omdat de wasmachine en de afwasmachine daar staan zeker? Beter zou wellicht zijn het een berging te noemen, alhoewel daar niet echt zoveel geborgen wordt. Soit). Soms, als het donker was vooral, hoorde ik gescharrel in die kast. Ik begon me vragen te stellen. Keek eens in de kast. (daar zit gerief dat ik niet echt veel gebruik). Daar vond ik onder andere rubberen handschoenen waaraan geknabbeld was. Toen begon het echt wel een beetje te dagen, of kon ik niet anders dan onder ogen zien wat ik daarvoor krampachtig wilde negeren. Er zit hier iets. Een muis wellicht. Meneertje Mertens was een beetje sceptisch, tot hij ook gescharrel hoorde.
(Ik moet u tussendoor iets vertellen over hoe ons huis in elkaar zit, zodat u kan begrijpen. Je komt binnen in de gang, aan het eind van de gang door een deur naar een klein open halletje waar de badkamer op uitkomt, en de keuken. De keuken is volledig open. Geen deur dus. Achter de badkamer is het bewuste waskot. Voor het water loopt een buis van vooraan in de gang door het trappenhuis door de muur in een kast in dat open halletje, de badkamer binnen en zo door naar dat waskot. Waar die buis loopt, is niks netjes afgedicht, daar zitten een beetje slordige gaten).
Op een dag, de kinderen waren *godzijdank* niet thuis en wij hadden congé, zie ik iets door ons huis lopen. Ik zit in de zetel in de living, en ik zie iets van de badkamer (waarvan de deur vaak openstaat) naar de living flitsen, joep onder een rek dat in de living staat. Iets redelijk groot, en zwart. Bwaaaaaah.
Volgt een heel verhaal van een barrière opwerpen zodat het beest niet verder in de living kan, poken onder dat rek, beest zien flitsen, begot niet weten naar waar, barrière laten staan enzovoort.
Volgt een nog veel langer verhaal van uit te vogelen waar dat beest zit, met sporen van kaas en kijken waar die kaas opgevreten is.
Volgt een verhaal van uitdokteren hoe het zit, tiens dat beest kan godverdju door die gaten, als het in het waskot zit kan het ook in de badkamer (onder het bad moeha) en zo door de kast naar de gang én de kelder. Oh jolly great this is.
Volgt een verhaal dat we beseffen dat als we de deuren van de de gang, de badkamer en het waskot dichthouden, het beest wel redelijk beperkt is in zijn bewegingen, en toch al niet in de keuken en living kan.
Volgt een verhaal van muizenvallen en kaas. En van een beest dat de kaas tsjoept zonder in de muizenval te zitten. Want ja, wij zijn zo dierenlievend en willen dat beest niet dood en al. Maar goed, als dat beest niet in de val wil (en één keer dat dichtgekwakt is, wil dat er nooit meer in, dat weten we ook wel), dan zal het wel anders moeten.
Volgt een verhaal van rattenvergif. Van hoopjes rattenvergif die in het waskot, de badkamer, de gang, de kelder gelegd worden. Dat vlijtig opgegeten wordt door een blijkbaar heel hongerig beest. Dagen aan een stuk. Daaaaaaaaaaaagen aan een stuk. Dat beest eet maar voort en eet maar voort.
(tegen dan, u raadt het, ben ik lichtjes zo zot als een top, heel dat gedoe met dat beest zo beu als kouwe pap, ongelooflijk blij dat de kinders niet thuis zijn, het moe van constant op mijn hoede te moeten zijn want dat is echt niet geestig om bijvoorbeeld op de WC te zitten in de wetenschap dat er een beest aan uw tenen kan komen knabbelen, ik ben echt geen flauwe maar een rat is echt mijn ding niet en ik heb geen rust meer)
Volgt een verhaal dat ik op een ochtend naar de kelder moet, het licht aansteek, een paar treden naar beneden ga (op mijn hoede, ja), een gil slaak en weer naar boven spurt, want daar ligt beneden aan de trap een dooie rat. En, u raadt het wellicht al, dat beest opruimen is een taak voor Meneertje Mertens, daarvoor heb je een man in huis, toch? (onder andere)
En zo keerde de rust stilaan weder ten huize van. Stilaan. Traagjes. Want ik huiver soms nog als ik aan heel die historie denk. Hoe dat beest in huis kwam? Door openstaande deuren wellicht… het gebeurt hier wel vaker dat in de vroege ochtend, als het buiten nog donker is, de achterdeur openstaat, en ik vermoed dat het zoiets wel geweest zal zijn. Want er was wel sprake van een rattenplaag in het Gentse.
Ik zal nu dus wel opletten met die achterdeur, jeetje, liever geen twee keer.
ow fuk.
*kijkt onder de zetel*
Sorry i., ik wilde je niet bang maken *grijns*
Brrrrr! Laatst moest ik zeer vroeg ’s ochtends in het Middelheimziekenhuis verschijnen, en eigenlijk wandelde ik dus by night daar buiten rond. En toen zat ik plots ook een rat. Ze stak eerst de ene straat over, en daarna nog een andere. Mijn haar ging al recht overeind staan en ik was al geen seconde meer op mijn gemak.
Ik wil echt niet weten hoe het met uw zenuwen gesteld was toen na x aantal dagen … Eeeew!
Ik vind dat toch ook creepy hoor, zo’n beest zien lopen op straat. Bah.
[…] Weet u nog, die keer, van dat beest in ons huis? […]