Ik ben met periodes een vreselijke dromer. ’s Nachts hè, dagdromen, dat is iets anders. Als ik gestresseerd ben, dan droom ik meer. Als ik in een migraine-periode zit, dan droom ik meer. Meestal is het toch gerelateerd aan negatieve dingen.
Jaren aan een stuk heb ik hetzelfde type droom gehad. Dat ik dingen vergat. Het is zo’n beetje begonnen toen ik aan kinderen begon. Dan vergat ik in mijn dromen vanalles. Vergat ik Janna een flesje te geven. Vergat ik haar medicatie. Vergat ik haar, tout court. Altijd een soort angst-dromen. Vergat ik mijn eigen medicatie. Vergat ik mijn lenzen uit de doen. En iedere keer schrok ik wakker, moest ik een beetje denken of en dat het maar een droom was, en toen sliep ik weer verder. Die angstdromen zijn de laatste jaren een beetje weggesleten. Gelukkig maar. Toen ik aan mijn ma vertelde over die vergeet-dromen, zei ze me dat ik beter naar K13 ging. Mja.
De laatste nachten was het weer erg. Dromen, dromen, dromen. Heel realistisch, heel raar. Raar sfeertje. De meeste dromen zakken meteen na het wakker worden weg in een moeras van vergetelheid, alleen het sfeertje blijft hangen.
Maar de droom van een nacht of vier geleden, die herinner ik me nog heel goed, die blijft hangen. Ik droomde dat ik dood moest. Dood moest, niet dood ging. Om één of andere reden was er afgesproken dat iemand (ik weet niet meer wie) me dood zou doen. Ik was niet de enige, er waren nog vrouwen. We waren in een grote ruimte (het leek wat primitief, zoals een grot) met koude, kille verlichting. Ik lag op een tafel. Ik was ermee akkoord gegaan, dat ik dood moest, en het was allemaal nogal klinisch en afstandelijk, emotieloos. Tot het moment dichterbij kwam, en ik begon te beseffen dat ik niet goed nagedacht had door er zomaar mee akkoord te gaan, en ik begon uit te stellen. Ik deed mijn ring uit, en wou die aan Milan geven (mijn kinderen en echtgenoot waren in de buurt, maar ik zag ze niet). En mijn ketting, die zou ik aan Janna geven. Om uit te stellen, het moment dat ik dood moest uit te stellen, en er misschien helemaal aan te ontsnappen. Maar dat lukte niet, toen kwam er iemand bij mij met grote watten en chloroform , om me te doen inslapen. En toen, tsja, anticlimax, toen werd ik wakker.
Dat soort dromen, dat blijft dus hangen. Daar denk je aan terug. Ik geloof helemaal niet in al die interpretaties van dromen (op het werk hoorde ik dat de kennis over dromen en hun functie eigenlijk nog bedroevend klein is), en zoek dus ook helemaal niet naar interpretaties. Maar vies blijft het wel, dromen dat je dood gaat.