Vermits Janna het niet zo plezant vond dat ik me er gisteren vanaf maakte met ‘vanavond niet schat, ik heb hoofdpijn’, hier een extra dagje.
Ik vond de wijvenweek best gezellig. En dat is wat ik denk dat het moest zijn. Gezellig. Niet controversieel, niet feministisch, niet op de barricaden. Gewoon, wijvenpraat. Wijvengezwam in de wijvenweek. Ik heb een aantal blogs toegevoegd aan mijn feedreader. Ik heb een week nog meer gelezen dan anders.
En wat is er mis met het woord wijvenweek? Wat mij betreft niks, integendeel. Het bekt lekker, met die alliteratie. Het had voor mij geen negatieve connotatie. Weet je, ik noem mijn dochter soms zelfs wijveke. Mijn wijveke. Net zoals haar grootmoeder haar wijfie noemt, of wijfietje.
Maar, het is niet nieuw. Vroeger werd ik meidje genoemd. Door mijn ma, en door mijn zussen ook. Meidje. Ooit zat ik op de drempel van de achterdeur, samen met een meisje uit de buurt. Geen vriendinnetje, daarvoor vond ik haar altijd te kleinzerig, te pietluttig, te preciezerig, te godsvrezend, te kleinzielig. En zij vroeg me dat. Of ik dat niet erg vond, dat ze me meidje noemden. Net alsof ik hun meid was, hun hulpje, hun poetsvrouw. Ook zij had het niet begrepen. Het was een koosnaampje, uit liefde. Geen denigrerende scheldnaam.
Ach wat. Als je ’t zelf weet, is het goed zeker… en het was goed.
Hee mijn Meidje, Oma noemt me Wijveke, niet wijfie ofzo :p 🙂 😉
Dat wijfie zal dan van vroeger zijn, van voor je je het herinnert 🙂