Elke vrouw heeft mannelijke kantjes. Elke man heeft vrouwelijke kantjes. De één al meer dan de ander natuurlijk. Mijn wederhelft heeft wat vrouwelijke kantjes die ik fantastisch vind. En ik heb mannelijke kantjes die hij fantastisch vindt. Zo ligt kaartlezen hem niet echt, en mij wel. Hij heeft geen gevoel voor richting. Zonder kaart of GPS gaat hij gegarandeerd de verkeerde kant op. Met mij erbij niet, ha. Ik ben soms de levende GPS and I like it. Ik kaffer ook met bijzondere graagte de madam van de GPS uit.
Shoppen is een ander mannelijk kantje van me. Ik heb iets nodig, ik ga naar de winkel, ik zoek het, ik vind het (hopelijk toch), ik koop het, ik ben zo snel mogelijk de winkel weer uit. Boodschappen doen kon soms ontaarden in een race tegen de tijd: plezant vond ik het als ik binnen het kwartier terug was van de Delhaize, fietsritje van 500m heen en terug inbegrepen.
Het ‘echte’ shoppen ook zo. Ik ga enkel winkelen als ik iets nodig heb, voor de andere huishoudenaars of mezelf. Met lang rondzeulen in een winkel kan je me alleen maar straffen. Shoppen moet functioneel zijn. Van slenterende shoppers in winkelstraten krijg ik het gigantisch op mijn zenuwen. Ze zouden een snelbaan moeten vrijhouden voor degenen die niet willen slenteren.
Alleen in de solden wil ik wel eens van winkel tot winkel gaan zonder dat ik precies weet wat ik nodig heb. Maar dan nog zijn het bepaalde winkels, en dan koop ik vaak zonder te passen, omdat het me te lang duurt.
Gelukkig is mijn dochter ook een doelgerichte shopper, en als we gaan samen gaan winkelen zie je een dubbele tornado passeren!