Ik zit op het werk en verveel me. Strikt genomen is het niet echt vervelen, want ik heb genoeg te doen. Maar ik ben moe, heb moeite om mijn ogen open te houden, val bijna in slaap waar ik zit. En het werk is niet van die aard om me wakker te houden. Ik heb al een pakje koekjes en een boterham op, in de hoop dat ik al doende wat wakkerder word. Het zullen nog lastige uurtjes worden tot ik naar huis mag.