Ik doe mee aan #ouderzonden. Uitleg vind je hier, deelnemers vind je hier.
De meeste deelnemers zijn ouders van kleine kindjes. Hier ligt de focus anders: ik heb volwassen kinderen, en kan terugkijken op hoe ik hen heb opgevoed, en hoe het leven met kinderen was.
- Acedia (gemakzucht – traagheid – luiheid – vadsigheid) – 15 maart
Hoe ga je om met de druk die van jongs af aan op kinderen (en dus ook hun ouder(s)) gelegd wordt. Doe je mee aan de ratrace of ben je meer manana manana?
De laatste der #ouderzonden. Stiekem ben ik een beetje blij, want ik vond het verdorie moeilijke vragen.
Deze laatste vind ik nog vrij makkelijk. In het kort kan ik ze beantwoorden met mijn motto: the best you can is good enough (T. Yorke). Ik situeer mezelf ergens tussen de ratrace en mañana mañana.
Ik heb een hekel aan de ratrace, dat is een feit. Ik doe er niet graag aan mee. Ik doe niet graag van druk-druk-druk. Ik vind het belachelijk. Zelfingenomen. Onbelangrijk. We leggen onszelf veel te veel druk op, veel te veel moet, het moet allemaal perfect.
Nope, voor mij moet dat niet. Anderzijds, mañana mañana is ook niet helemaal mijn ding. Niet alles wat vandaag kan, moet morgen. Het mag best wel een beetje vooruit gaan. Niet alles hoeft blijven slingeren. Ik hou niet van losse draadjes. Ik hou van afgewerkte projecten.
Ik schreef hiervoor al dat ik meedoen aan allerlei activiteiten niet erg belangrijk vond. En dat verveling tot creativiteit leidt. Volgens mij toch.
Vrij snel ben ik er ook in geslaagd “grote verwachtingen” voor mijn kinderen los te laten. We hebben een elektricien en een verzorgende even hard nodig als een journalist.
Milan zijn schools pad was niet altijd even effen, en hij was het die me al snel liet inzien dat het niet de prestaties waren die telden, maar wel de inzet. Mijn kinderen kregen op het einde van het schooljaar een cadeautje. Al snel werd dat niet “als je goede punten hebt, krijg je een cadeautje op het einde van het schooljaar”, maar “als je je best gedaan hebt, krijg je een cadeautje op het einde van het schooljaar”. Een hemelsbreed verschil.
Met mijn kinderen heb ik alle soorten secundair onderwijs gezien: aso, tso en bso. En we hebben geleerd dat die qua kwaliteit van de opleiding allemaal evenwaardig zijn. Wat ze meegeven met de kinderen: het blijft hetzelfde.
En ik heb zelf ook enorm veel bijgeleerd van de jaren van onze kinderen in het bso. Hoe ze daar ook opgroeien tot evenwichtige mensen. Hoe ze meekrijgen wat belangrijk is.
Toen ik naar de middelbare school ging in Gent, was “de Holstraat” een begrip. Daar zaten de “zware jongens”, daar hadden we wat schrik van. De reputatie van “de Holstraat” was net iets minder berucht dan die van “het Carels”. Daar zaten pas echt de zware gasten.
Maar wat heb ik het Sint-Anonius in de Holstraat (*) van een andere kant leren kennen toen Milan er zat. Het aantal leerlingen is gedecimeerd, ze zijn er nog maar met een 300-tal. Van oneindig veel verschillende nationaliteiten. Wat een warmte, op die school. Wat is Milan daar opengebloeid. Wat hij daar geleerd heeft, niet te schatten. Idem voor het Sint-Vincentius, waar Lies nu zit. Beide scholen hebben een warmte en zorg voor hun leerlingen gemeen die ongeëvenaard is. Ik heb er enorme bewondering voor, voor de directie, voor de leerkrachten, hoe ze staan voor hun leerlingen.
We hadden hier aan tafel ’s avonds vaak interessante gesprekken, een boeiende ontmoeting tussen twee werelden, de wereld van het beroepsonderwijs en de wereld van het aso en het hoger onderwijs. Ze botsten niet, ze leerden eerder elkaar begrijpen en respecteren.
En dat is voor mij het belangrijkste resultaat van “the best you can is good enough”: respect voor elkaar.
(toch wel een mooie uitsmijter van de #ouderzonden, vind ik)
(niet alleen #ouderzonden, maar ook: #40dagenbloggen, uitleg vind je hier, deelnemers vind je hier).
(*) ze hebben trouwens een zalige instagram-account die veel te weinig volgers heeft. Mooie foto’s waar de warmte vanaf spat!