Soms ben ik jaloers op ivan deboom, de mens kan zo snedig schrijven, en ik ben al helemaal jaloers als hij het over fietsen heeft. Zoals bijvoorbeeld in zijn open brief aan de toekomstige minister van mobiliteit. Een heerlijk geschreven stukje over wat hij graag zou zien veranderen aan het fietsbeleid. En dat naar aanleiding van een onderzoek van het BIVV, dat poneert dat kinderen die met de fiets naar school gaan, 63 keer meer kans hebben op een ongeval dan achterbankkinderen.
Het maakte wel het één en ander los, de resultaten van dat onderzoek, en gelukkig maar. Gaan we nu echt nóg meer ouders aanzetten om hun kinderen met de auto naar school te brengen? Nee toch?
Ik ben het helemaal eens met de problemen en conclusies die Ivan meegeeft.
En ik vind (wellicht vindt hij dat ook) dat er veel meer moet gebeuren. Ik begin me de laatste tijd steeds meer vragen te stellen bij de dingen en hoe die gaan.
Zo moesten we een tijd geleden op een vrijdag om 19u in het centrum van Gent zijn om iets af te halen. We gingen met de auto. Om 19u liggen deze mensjes normaal al in hun bed, dus wij weten gelijk van niet veel. Manmanman, wat was me dat. Wat een verkeer. Waar moeten al die mensen in godsnaam naartoe? Wat willen wij eigenlijk bereiken?
Er zou een gigantische mentaliteitsverandering moeten komen. Maar daarvoor zal er véél moeten veranderen. Van veranderingen die beginnen bij u en mij. Waarom vinden we het zo erg dat er een parkeerplan is dat sommeert dat een tweede bewonerskaart binnenkort 250 euro zal kosten? Waarom vinden we het normaal dat we binnen een gezin minstens 2 auto’s of meer hebben? Waarom doen we de kleinste verplaatsing liefst met de wagen? Maar ook op een hoger niveau moet er een mentaliteitsverandering komen. Het openbaar vervoer moet verbeterd worden, in plaats van afgebouwd, om maar een voorbeeld te geven. En op een heel hoog niveau moet er een mentaliteitsverandering komen, zo zijn de lobby’s van de olie- en automobielindustrie véél en véél te machtig.
Ook de mentaliteit van de automobilist moet veranderen. Gisteren maakten we een ritje van Sint-Amandsberg naar Oostakker en terug, en het aantal automobilisten met vreselijke haast was niet te tellen. Het was rond half zes, misschien wilden ze nog op tijd thuis zijn voor Nederland-Mexico, wie zal het zeggen. Maar het was bij momenten vreselijk. De Goedlevenstraat in Oostakker is een racebaan. Op de Dendermondsesteenweg trok een BMW op als een speedboat. En kom mij nu niet weer af met de redenering dat ik een slecht voorbeeld geef met de Dendermondsesteenweg. En dat het altijd Turken zijn. Oh neen. De Goedlevenstraat is de Dendermonsesteenweg niet, en daar was het net hetzelfde. De common denominator is eerder de BMW (die je kan vervangen door Mercedes of Audi). Men koopt een bolide, en men verwacht dat men die altijd en overal kan gebruiken waarvoor men vindt dat die altijd en overal gebruikt moet worden: om het gaspedaal diep in te duwen.
Ik hoop dat die mensen al eens op een fiets gezeten hebben. Op een drukke weg als de Goedlevenstraat waar geen fietspad is. Waar men een accelererende speedboat achter zich hoort aankomen en één emotie voelt: angst.
We passeerden trouwens ook op het kruispunt waar een fietser 10 dagen geleden onder de wielen van een vrachtwagen belandde en overleed. Vies gevoel. In de straat net ervoor vond een chauffeur het weer eens nodig voorbij te rijden terwijl er daarvoor eigenlijk geen plaats was. Dat had ik vorige week ook voor: ik reed in de Cécile Cautermanstraat op de fietssuggestiestrook. Voor me kwam een wagen aan. Achter me kwam ook een wagen aan. Die liefst mij toch nog voorbijreed. En daarvoor niet genoeg tijd had. En mij dus in de goot reed. Waarna ik aan het kruispunt kwam, en dezelfde wagen nog stond te wachten op af te draaien. Zijn kloterig manoeuvre had dus niets opgebracht. Meneertje Mertens, die achter me reed en geschrokken was van hoe ik bijna van mijn sokken gereden was, luchtte op het kruispunt zijn hart, wat resulteerde in een rondje schelden van de chauffeur. Agressiviteit.
Er moet echt een mentaliteitswijziging komen. Waarbij chauffeurs beseffen dat het anders moet. Waarbij men wat minder vaak de wagen neemt. Waarbij men, als men al de wagen neemt, wat meer geduld uitoefent. Waarbij men minder agressief met de auto rijdt. Want dat vond ik gisteren. Dat de agressiviteit er bij momenten vanaf spatte.
Waar Ivan zegt:
- Probleem: Fietsers krijgen niet genoeg ruimte.
- Oplossing: Geef fietsers meer ruimte.
zeg ik bij de oplossing: veranker het begrip “fietsstraat” in de verkeerswetgeving. Maak alle stads- en dorpskernen volledig zone 30. Automobilisten mogen fietsers niet meer voorbijrijden in deze zones, op plaatsen waar er geen afgescheiden of verhoogd fietspad is. Zo wordt de zone 30-regel, die nu massaal genegeerd wordt, meteen ook veel meer afgedwongen. En voelen fietsers zich wat veiliger.