Hier en daar heeft men het over het doorslapen van baby’tjes en kindjes.
En dan valt me op hoe relatief dat allemaal is. Hoe allesoverheersend (en dat is de normaalste zaak van de wereld, zo was het hier ook) als je er middenin zit. Maar: hoe snel ook vergeten achteraf, als je weer bijgeslapen hebt en uitgerust bent.
Want: mijn twee mormels zijn nu 14 en 12, en ik zou niet meer weten vanaf welke leeftijd zij doorsliepen. Zelfs niet bij benadering. Ik herinner me zo wel wat dingen, zoals nogal wanhopig opstaan met baby Milan in het midden van de ijskoude winterse nacht. Zijn vroege-vogel-manieren. Vroeg gaan slapen, vroeg wakker (vroeg, dat wilde zeggen: 5 uur, voor wie wil weten). Janna omgekeerd: laat gaan slapen, laat wakker. Allez ja, dat vooral de laatste tijd. Maar echt, wanneer ze doorsliepen, geen idee. Zeker niet toen ze 6 weken waren, toch niet voor langer dan een uur of 4. Maar daarna? Geen idee meer.
We hadden onlangs zelfs een episode ’tandjes krijgen bij 12-jarigen’, waarbij het arme ventje verging van de pijn bij een tand die maar niet wou doorbreken, en ik dus ook nog eens een keer of 2 ben mogen opstaan. Maar dat was maar 1 nacht, en dat vreet niet aan een mens.
Het is dus allemaal relatief, this too shall pass… en het één wordt vervangen door het ander. Ondanks het feit dat ik mag doorslapen, ben ik ook moe, maar dat betert ook wel eens.